1.2 waarom koop je dat?

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.2
Waarom koop je dat
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.2
Waarom koop je dat

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les :
  • Weet je wat een budget is
  • Weet je hoe je beïnvloed kan worden
  • Weet je welke soorten reclame er zijn
  • Weet je hoe je met procenten een getal kan berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is een budget ?

Slide 3 - Tekstslide

Budget?
Wie is er op dit moment voor iets aan het sparen???
Dit is het geld waarover je kunt beschikken.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel

  • Hoe kan je beïnvloed worden?

Slide 5 - Tekstslide


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding
De mensen met wie jij veel omgaat, zoals vrienden en familie, hebben invloed op wat je koopt.
Winkeliers en fabrikanten proberen met verkooppraatjes en reclame jou bij hen te laten kopen. ‘Commercieel’ betekent dat ze eraan willen verdienen.

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
  • Welke soorten reclame zijn er?

Slide 7 - Tekstslide

doel: gedrag van mensen veranderen
doel: producten verkopen en nieuwe klanten lokken
Ideële reclame
Commerciële reclame

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Lesdoel
  • Hoe reken je met procenten?

  • Wat betekent % ?

Slide 11 - Tekstslide

Procenten
% = procent = percentage
procent = een deel van 100
alles = 100%
de hele taart = 100%
een stuk taart = een deel van 100%
22% = 22ste deel van 100
              22 gedeeld door 100 = 0,22

Slide 12 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
  1. Lees goed de vraag!
  2. Maak van de vraag een som
  3. Maak van het percentage (%) een decimaal getal 
  4. Vermenigvuldig het decimale getal met het hoofdgetal en reken uit!

Slide 13 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
Je verdient € 800,- en je moet van dat bedrag 22% aan huur betalen.

Hoeveel Euro moet je aan huur betalen? 

Slide 14 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
  • Lees goed de vraag!
  • Maak van de vraag een som
  • Maak van het percentage (%) een decimaal getal
  • Vermenigvuldig het decimale getal met het hoofdgetal en reken uit!
1. Goed gelezen?
2. 22% van € 800,-
3. 22/100 = 0,22
4. 0,22 x €  800 =  €  176

Slide 15 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
Je inkomen is €800 per maand. Daarvan moet je 22% betalen aan huur. Welk bedrag betaal je per maand aan huur?







€ 800 : 100 = € 8 x 22 = € 176

%
100
1
22
Getal
€ 800
€ 8
€ 176
: 100
x 22

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Weektaak 1.4 afmaken

Af? Maak de oefentoets op blz 29

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
  • weet je wat een budget is?
  • weet je hoe je beïnvloed kan worden?
  • weet je welke soorten reclame er zijn?
  • weet je hoe je met procenten een getal kan berekenen?

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de reclames naar het juiste begrip
commerciële reclame

Ideële reclame

Slide 19 - Sleepvraag

Commerciele reclame
Ideele reclame

Slide 20 - Sleepvraag

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding 

Slide 21 - Sleepvraag

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk merk hoort deze slogan?

A
Nike
B
Adidas
C
Reebok
D
Puma

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel strepen staan er op een Adidas schoen
A
2 strepen
B
3 strepen
C
4 strepen
D
5 strepen

Slide 24 - Quizvraag

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt die moet je ook kopen.
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 26 - Quizvraag

Een fiets kost 350, je krijgt 15% korting. Hoeveel korting krijg je?
A
0,15
B
33
C
52,50
D
402,50

Slide 27 - Quizvraag

Zetten de stappen in de juiste volgorde
Maak van de vraag een som
Vermenigvuldig decimaal getal met het totaal
 Maak van het percentage een decimaal getal

Slide 28 - Sleepvraag