H2 Toets Vergelijkingen basis

Toets H2 Vergelijkingen
Doel van de toets:
Welke leerdoelen beheers je en welke leerdoelen beheers je nog niet helemaal
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Toets H2 Vergelijkingen
Doel van de toets:
Welke leerdoelen beheers je en welke leerdoelen beheers je nog niet helemaal

Slide 1 - Tekstslide

Elze maakt een schaatstocht van 192 km.
Gemiddeld schaatst zij 32 km per uur.
Bij de afstand tot de finish hoort de formule
afstand in km = 192 – 32 x tijd in uren
Vul de tabel in: 0 = ; 1= ;

Slide 2 - Open vraag

Welke grafiek hoort bij de formule:
Afstand in km = 192 - 32 x tijd in uren
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Na hoeveel uren is Elze op de helft van de schaatstocht?
A
96 km
B
4 uur
C
3 uur
D
94 km

Slide 4 - Quizvraag

Na hoeveel tijd moet Elze nog 1 uur schaatsen tot de finish?
A
32 km
B
4 uur
C
5 uur
D
64 km

Slide 5 - Quizvraag

Welk grafieken horen bij de volgende formules:
Mike: inkomsten in € = 2 + 3,25 x tijd in uren
Bart: inkomsten in € = 5 + 2,50 x tijd in uren

A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Na hoeveel uren verdienen Mike en Bart evenveel?
A
0 uur
B
2 uur
C
4 uur
D
6 uur

Slide 7 - Quizvraag

Mike en Bart werken beide 6 uur. Hoeveel verschil is er dan in inkomsten?
Mike: inkomsten in € = 2 + 3,25 x tijd in uren
Bart: inkomsten in € = 5 + 2,50 x tijd in uren

A
0 uur
B
2 uur
C
4 uur
D
6 uur

Slide 8 - Quizvraag

Bij het oplossen met grafieken gebruik je de coördinaten van het....
A
assenstelsel
B
grafiek
C
horizontale as
D
snijpunt

Slide 9 - Quizvraag

Leg uit wat je gaat doen als je gaat inklemmen

Slide 10 - Open vraag

20 + 500 x waarde van een zegel in € = 45

Los de vergelijking op met inklemmen

Slide 11 - Open vraag

Bij een skibaan betaal je per persoon € 16,- per uur op de baan. Een paar ski's kun je huren voor € 8,-
Hierbij hoort de formule: bedrag in € = 8 + 16 x tijd in uren
Tim moet € 45,- betalen, welke vergelijking hoort hierbij?
A
64 = 8 + 16 x tijd in uren
B
bedrag in € = 8 + 16 x 64
C
tijd in uren = 8 + 16 x 64
D
64 = 8 + 16 x bedrag in €

Slide 12 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met behulp van inklemmen
64 = 8 + 16 x tijd in uren


Slide 13 - Open vraag