V5 Hst 2 herhaling: De Klassieke Oudheid

V5: hst 2 Klassieke oudheid
- k.a. Ontwikkeling wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. (5e eeuw v. chr)
- i.t.t. Egyptische samenleving waarin op politiek gebied sprake is van continuïteit , werd er in de Griekse samenleving geëxperimenteerd 0.a. met democratie in Athene.
- niet voor iedereen: alleen Atheners van geboorte hadden burgerrecht en konden in de democratie een rol spelen. Binnen deze groep was sprake van gelijkheid
- Het is een directe democratie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

V5: hst 2 Klassieke oudheid
- k.a. Ontwikkeling wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. (5e eeuw v. chr)
- i.t.t. Egyptische samenleving waarin op politiek gebied sprake is van continuïteit , werd er in de Griekse samenleving geëxperimenteerd 0.a. met democratie in Athene.
- niet voor iedereen: alleen Atheners van geboorte hadden burgerrecht en konden in de democratie een rol spelen. Binnen deze groep was sprake van gelijkheid
- Het is een directe democratie

Slide 1 - Tekstslide

Griekse filosofie en ontstaan van wetenschap
- behoefte ging ontstaan om natuurverschijnselen te verklaren
- ook het denken over politiek werd populair: op welke manier kan een volk het beste bestuurd worden. Plato en Aristoteles zijn hiervan voorbeelden.
- Ook de ethiek werd beoefend: Wat maakt een mens tot een goed mens?

Slide 2 - Tekstslide

2.2 Hellenisme
- Alexander de Grote veroverde een groot deel van Zuid Oost Europa en het midden oosten.  (4e eeuw voor chr). De Griekse cultuur verspreidde zich over een groot gebied --> Hellenistische cultuur

Slide 3 - Tekstslide

2.3 De Romeinse republiek
- vanaf 500 v. chr. is Rome een republiek en vindt uitbreiding van Romeinse macht in Italië plaats.
-- Uitbreiding door diplomatie en verovering --> bondgenootschappen sluiten en gehoorzaamheid eisen
- Republiek: centraal stond de senaat = permanente vergadering van machtige en rijke mannen. Zij nam de belangrijkste beslissingen en benoemden de consuls voor 1 jaar
-

Slide 4 - Tekstslide

Romeinse Republiek
- Alleen de rijken hadden toegang tot het bestuur --> minder democratisch dan de Atheense democratie.- Volk had wel enige invloed: volksvergaderingen voor Romeinen met burgerrechten en volkstribunen die de stem van het lagere volk vertegenwoordigden.
- Patronage: machtige mannen hadden clientele = mensen uit de lagere klassen die magistraten steunden in bv de volksvergadering en in ruil daarvoor werden zij onderhouden door deze machtige romeinen. -->
hoe groter de clientele, hoe machtiger de persoon

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan keizerrijk
- machtsstrijd in Republiek leidde tot burgeroorlogen -->
uiteindelijk is het Julius Caesar die zich tot dictator uitroept ( 50 v.chr.)--> Caesar wordt vermoord ( 44 v.chr.) --> burgeroorlog --> Octavianus/ Augustus roept zichzelf uit tot Caesar Augustus --> keizer Augustus (27 v. chr)
- Romanisering = verspreiding van romeinse cultuur over de veroverde gebieden

Slide 8 - Tekstslide

Verspreiding van de Romeinse Cultuur

  • Romeinse soldaten blijven  in veroverde gebieden wonen > ze trouwen en krijgen kinderen >  zo verspreiden zij Romeinse cultuur (romanisering)
  • Overwonnen volken passen zich na verloop van tijd aan de Romeinen aan (romanisering)
  • Overwonnen volken kunnen Romeinse burgers worden

Bedenk dat de Romeinen al eerder veel over namen van de Griekse cultuur: wetenschap, goden, bouwkunst

Slide 9 - Tekstslide

Jodendom en christendom
- Jodendom kent een lange traditie die tot 1000 v chr terugaat
-Kenmerk: monotheïstisch, heilige boeken, Jeruzalem als religieus centrum.
- Binnen het jodendom was er grote verscheidenheid--> 
sektes en profeten --> o.a. Jezus waaruit het christendom ontstond.
-Omdat het christendom ontstond in het Romeinse rijk werd Latijn de voertaal en waren de eerste bijbels in het Latijn geschreven.
- Onder keizer Constantijn en Theodosius, in de vierde eeuw na chr.) werd het christendom de enig toegestane godsdienst.

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken Christendom
- monotheïstisch
- Goed georganiseerd en een duidelijke hiërarchie
-rijk geworden door schenkingen van o.a. keizer Constantijn
- 392 na chr werd christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk

Slide 11 - Tekstslide

2.6 Einde romeinse rijk
-ondergang van Romeine rijk was een geleidelijk proces van neergang
- volksverhuizing speelde daarin wel een rol maar was niet doorslaggevend
- politieke instabiliteit: veel machtswisselingen, zwakke centrale macht waardoor decentralisatie plaatsvond met veel lokale machthebbers

Slide 12 - Tekstslide

Val van Romeinse rijk 2
- splitsing Oost en West Romeinse Rijk 330 n chr.
- Zwaartepunt van Romeinse rijk was verschoven van West naar Oost.
-Het Oosters schisma zorgde ook voor splitsing van de katholieke kerk in Rooms Katholiek en de orthodoxe kerk
Oost Romeinse rijk met Constantinopel (huidige Istanbul) als hoofdstad was een welvarend rijk, sterk leger, veel handel met verre oosten, uitgebreide bureaucratie --> belastinginning

Slide 13 - Tekstslide