Les 3 van de planner (H3)

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Lessonup.app

Lesdoelen

- Het wordt duidelijk of je je leerwerk goed genoeg gedaan hebt.

- Je bent bekend met de theorie over het bezittelijk voornaamwoord en je kunt dit toepassen in de online opdrachten

Het leerwerk voor vandaag was:
vocabulaire A van hoofdstuk 3.
Heb je goed geleerd?

1. oui
2. non

1. Wat is de vertaling van het woord:
Chanter

1. chanteren
2. zingen
3. dansen
4. sturen

2. Wat is de vertaling van het woord:
Casse-pieds

1. saai
2. kapot
3. lelijk
4. nieuw

3. Wat is de vertaling van het woord:
Le billet

1. de mobiele telefoon
2. het kaartje
3. het ticket
4. de zanger

4. Wat is de vertaling van het woord:
Marrant(e)

1. super
2. geniaal
3. grappig
4. saai

5. Wat is de vertaling van het woord:
La nouvelle

1. de zangeres
2. het krantenbericht
3. nieuw
4. het nieuwsbericht

6. Wat is de vertaling van het woord:
het bericht

1. le message
2. le portable
3. le secret
4. le coeur

7. Wat is de vertaling van het woord:
Tu peux

1. jij peutert
2. jij eet
3. jij kunt
4. jij verzint

8. Wat is de vertaling van het woord:
De zangeres

1. le chanteur
2. la chanteuse
3. chanter
4. la chanson

Sleep de Franse vertaling naar de Nederlandse zin.
Blauw naar rood.

Ken jij Zaz?

Ja, dat is een Franse zangeres.

Wat zingt zij?

Zij zingt popmuziek. 

Heb jij haar nieuwe nummer geluisterd?

Ja, het is geweldig!

Oui, c'est une chanteuse francaise.

Elle chante de la pop.

Tu as entendu sa nouvelle chanson?

Qu'est-ce qu'elle chante?

Oui, elle est géniale!

Tu connais Zaz?

Klassikale instructie

Wat word er van mij verwacht?

- Je bent aanspreekbaar als de docent je een vraag stelt.

- Je maakt aantekeningen. Zorg dat deze bij je andere aantekeningen van Frans komen te staan.

- Je steekt je handje op als je een vraag hebt.

- Je doet actief mee!

Het bezittelijk voornaamwoord 
(blz 42 uit je tekstboek)

1. Leg in je eigen woorden in het Nederlands uit wat de functie van het bezittelijk voornaamwoord is.

2. Als een boek van Pieter is, hoe geef ik dan met een bezittelijk voornaamwoord aan dat het boek van Pieter is?

3. Als het boek van Maria is, hoe geef ik dan met een bezittelijk voornaamwoord aan dat het boek van Maria is?

4. Wat maakt welk bezittelijk voornaamwoord we moeten gebruiken?

Het bezittelijk voornaamwoord 
(blz 42 uit je tekstboek)

1. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

2. Als een boek van Pieter is, dan zeggen we: Het is zijn boek.

3. Als het boek van Maria is, dan zeggen we: Het is haar boek.

4. Als het boek van een jongen is, gebruiken we zijn.
Als het boek van een meisje is, gebruiken we haar.
Dus: je kijkt naar het geslacht van de bezitter (Nederlands) 

Het bezittelijk voornaamwoord 
(blz 42 uit je tekstboek)

In het Frans is dit anders.

Je kijkt niet naar het geslacht van de bezitter, maar je kijkt naar het geslacht van het bezit. Niet letterlijk, maar je kijkt of het een le/la/les-woord is.

Daarbij hoort het volgende schema

1. Wat betekent: de mobiele telefoon?
2. Is dit een le, la of les - woord?
3. Wat betekent dan: mijn mobiele telefoon?

Mijn mobiele telefoon = mon portable.

Je kiest voor mon, omdat le portable een mannelijk woord is. 

1. Wat betekent: het geheim?
2. Is dit een le, la of les - woord?
3. Wat betekent dan: haar geheim?

Haar geheim = son secret
Je kiest voor son, omdat le secret een mannelijk woord is. 

Les devoirs

Leren:
- vocabulaire A en B (H3)
- de theorie over het bezittelijk voornaamwoord (blz 42 TB)

Maken:
- opdracht 13, 14 en 15 (online!)