6.5 Vruchten en zaden

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
- Absentie
- Huiswerk nakijken:
- Herhalen lesstof
- Uitleg "vruchten en zaden". 

Slide 2 - Tekstslide

Pak je boek erbij
Basisstof 1: Opdr. 1,3,4,5,6, 7, 8 en 9 (blz.121 t/m 129)

Basisstof 2: Opdracht. 1 t/m 8 (opdr. 5 overslaan) (blz. 132 t/m138)
Basisstof 4: Opdr. 1 t/m 8 (6 overslaan) (blz. 144 t/m149)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is bevruchting?
A
Het openbarsten van de stuifmeelbuis
B
Het ontstaan van zaden in het vruchtbeginsel
C
Het versmelten van de kernen van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen

Slide 4 - Quizvraag

In één vruchtbeginsel kan maar 1 keer bevruchting plaatsvinden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding heeft
bevruchting plaatsgevonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Bij zaadplanten vindt eerst bevruchting plaats, daarna bestuiving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Waaruit ontstaat een stuifmeeluis?
A
Uit een zaadbeginsel
B
Uit een vruchtbeginsel
C
Uit een stuifmeelkorrel

Slide 8 - Quizvraag

In één zaadbeginsel kan maar één keer bevruchting plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Je snijdt een boon doormidden. In de boon zie je een kiem zitten.
Waaruit is de kiem ontstaan?
A
Bevruchte eicellen
B
Kiemplantje
C
Stuifmeelbuis
D
Zaadbeginsel

Slide 10 - Quizvraag

Woordzoeker maken

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt de veranderen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven 

Slide 12 - Tekstslide

Een vrucht
Na bevruchting  begint in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden. 

Slide 13 - Tekstslide

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 14 - Tekstslide

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 15 - Tekstslide

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk/Maken
Basis:
Basisstof 5 Vruchten en zaden
Opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 + Test Jezelf 6.1 t/m 6.4 (6.3 niet)

Kader/GL:
Basisstof 4 Vruchten en zaden
Opdrachten 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10  + Test Jezelf 6.1 t/m 6.4

Slide 20 - Tekstslide

Blooket
We gaan Blooket spelen!

Slide 21 - Tekstslide