Engels vooraf Thema 5 Gezondheid & ziekte, hoofdstuk 1

Engels Vooraf - Thema 5 
Gezondheid & ziekte - H1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels Vooraf - Thema 5 
Gezondheid & ziekte - H1

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5: Gezondheid en ziekte
Wat gaan we dit thema allemaal leren?

  • Hoe je kunt vertellen over hoe je je voelt
  • Hoe je een afspraak maakt met iemand
  • Hoe je een kort briefje kunt schrijven aan iemand

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les weet je ...
- 5 Engelse woorden die te maken hebben met het thema
- Hoe je 'een' uitspreekt  in het Engels (bijvoorbeeld een dokter)

Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met de spelling van het woordje 'een' in het Engels



Slide 3 - Tekstslide

Hoe zeg je ook alweer..
  1. thirteen
  2. think
  3. the
  4. by car

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal naar het Engels: tijd

Slide 5 - Open vraag

Vertaal naar het Engels: pijn

Slide 6 - Open vraag

Vertaal naar het Engels: ziek

Slide 7 - Open vraag

Vertaal naar het Engels: maag
A
stomak
B
stomich
C
stomach

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal naar het Engels: zere keel

A
pain throat
B
sore throat
C
throat pain
D
ill throat

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal naar het Engels: Ik voel me niet goed.

A
I feel great
B
I ill throat
C
I don't feel well
D
I go back

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal naar het Engels: afspraak
A
apointment
B
appointment
C
date
D
fever

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal naar het Nederlands: belly

Slide 12 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands: please

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
I don't feel well.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
What is the matter?

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands:
I'm going to make an appointment.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
Bel de dokter alsjeblieft.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke is goed?
(denk aan a, i, o, e, u)
A
a ear
B
an ear

Slide 20 - Quizvraag

Welke is goed?
(denk aan a, i, o, e, u)
A
a bike
B
an bike

Slide 21 - Quizvraag

Welke is goed?
(denk aan a, i, o, e, u)
A
a apple
B
an apple

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag!
Zelfstandig/ in je groepje maken:
Opdracht 7 + 8

Klaar? 
  • Studiemeter Engels Vooraf online
  • thema 5
  • extra oefeningen
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

toe
elbow
heel
hip
stomach
ankle

Slide 24 - Sleepvraag