Communicatie

Communicatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Internationaal BewustzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou communicatie?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is communicatie?
Bij communicatie vertel je een boodschap aan een ander persoon.

Dit kan gaan om een gebeurtenis die je wilt vertellen of een vraag die je stelt aan iemand.
De ander reageert hierop naar jou.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communicatie
Je communiceert voortdurend op allerlei manieren. Drie manieren daarvan zijn:
  1. eenzijdig of tweezijdig
  2. non-verbaal of verbaal
  3. persoonlijk of massaal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenzijdig of tweezijdig
Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van eenzijdige communicatie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenzijdig communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel

Slide 7 - Tekstslide

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
Tweezijdig communiceren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

non-verbaal 
of verbaal

Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.
Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Non-verbale communicatie is de manier waarop we communiceren zonder woorden te gebruiken. Dit omvat lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, oogcontact, stemgebruik en gebaren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verhouding tussen verbale en non verbale communicatie
A
50% verbaal en 50% non verbaal
B
80% verbaal en 20% non verbaal
C
60% verbaal en 40% non verbaal
D
20% verbaal en 80% non verbaal

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen van non-verbale communicatie
Om non-verbale communicatie te herkennen, moet je letten op de lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, oogcontact, stemgebruik en gebaren van de persoon met wie je praat.

Wat zou je kunnen doen met deze informatie??

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe je non-verbale communicatie kunt herkennen.
Herkennen van non-verbale communicatie
Om non-verbale communicatie te herkennen, moet je letten op de lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, oogcontact, stemgebruik en gebaren van de persoon met wie je praat.

Wat zou je kunnen doen met deze informatie??

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe je non-verbale communicatie kunt herkennen.
Blij
geduldig
verbaasd
relaxt
hoopvol 
nadenkend
gestrest
verward
gefrustreerd
boos 
verbijsterd
afwachtend





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk of massale communicatie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief luisteren
Wat is actief luisteren?

Hoe ziet actief luisteren eruit?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief luisteren =
.....onderdeel van communicatieve vaardigheden
Net als: vragen stellen, doorvragen, samenvatten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor actief luisteren
  • geïnteresseerde houding
  • oogcontact
  • aanmoedigingen
  • empathisch vermogen
  • emoties onder controle
  • samenvatten en doorvragen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht actief luisteren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht actief luisteren

Is er contact tussen Sandra en mevrouw Goedhart?
Luistert Sandra naar verbale en non verbale signalen?
Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou actief luisteren
en hoe laat jij dat zien?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gesprekstechnieken
LSD = Luisteren, Samenvatten, Doorvragen. LSD mag je dus gebruiken.
OMA = Oordelen, Meningen en Adviezen. ...
ANNA = Altijd Navragen, Nooit Aannemen. ...
NIVEA = Niet Invullen voor een Ander. ...
OEN = Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. ...
DIK = Denken in Kwaliteiten (of Denken in Kansen)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies