Hoofdstuk 5. Planten, paragraaf 5.3. Planten voeden zich

Welkom allemaal!
Paragraaf 5.3. Planten voeden zich
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Paragraaf 5.3. Planten voeden zich

Slide 1 - Tekstslide

Par. 5.3 Wat ga je vandaag leren
  • 1. Welke stoffen nemen planten op?
  • 2. Welke andere stoffen maakt een plant?
  • 3. Waar bewaren planten reservestoffen?
  • 4. Hoe overleven planten zonder bladgroen?

Maar je begint met een klein stukje herhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Nadat bloemen hebben gebloeid veranderen ze in .........
A
Vruchten
B
Zaden
C
Bloemen
D
Fruit

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van zaadlobben?
A
De zaden voorzien van voedsel
B
Bescherming bieden aan het zaadje
C
Hieruit bloeit een kiemplantje

Slide 4 - Quizvraag

Wat heeft een zaadje het eerst nodig om te beginnen met groeien?
A
Zonlicht
B
Water

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er wanneer de plant begint met groeien
A
Dan rekken de cellen van de plant op
B
Dan vindt er celdeling plaats
C
Dan vullen de vacuolen zich met water

Slide 6 - Quizvraag

Vanuit welke plek groeit de plant vooral?
A
De wortel
B
De bladeren
C
Groeipunten
D
De stengel

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een nieuwe cel vlak nadat er celdeling geweest is?
A
Dan neemt de cel water op in de vacuole
B
Dan groeit de cel in de breedte

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noemen wij dit proces?
A
Celgroei
B
Lengtegroei

Slide 9 - Quizvraag

Door welke korrels weet een plant waar hij heen moet groeien?
A
Kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels
C
Zetmeelkorrels

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van de knopschubben?
A
Die beschermen tegen de kou
B
Die beschermen tegen insecten
C
Die bevorderen de groei
D
Die nemen water op

Slide 11 - Quizvraag

Welke stoffen nemen planten op?
  • Wij mensen eten delen van planten zoals de bladeren, wortels, zaden en vruchten. maar wat eten planten zelf?
  • Planten leven van heel andere stoffen dan wijzelf, de drie belangrijkste voedingsstoffen zijn: 
    1. Water. Met de wortelharen aan de wortel zuigt de plant water op uit de bodem.
    2. Mineralen. In het opgenomen water zitten mineralen zoals stikstof, fosfor, calcium en ijzer. 
    3. Koolstofdioxide. Via de huidmondjes in het blad haalt de plant koolstofdioxide uit de lucht. Dit is een gas dat dieren en mensen uitademen. 
  • Planten kunnen iets wat mensen en dieren niet kunnen, ze maken hun eigen voedingsstoffen.  een van de belangrijkste voedingsstoffen die een plant maakt is glucose. 

Slide 12 - Tekstslide

1. Welke stoffen nemen planten op?
voor fotosynthese

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maakt een plant glucose?
  • Planten maken glucose in de bladgroenkorrels in de cellen van de bladeren en de stengel. Dit proces heet Fotosynthese. 
  • Fotosynthese vindt alleen maar plaats als er genoeg zonlicht is. Zonlicht geeft de blagroenkorrels energie om glucose te maken. 
  • In het donker maken planten geen bladgroenkorrels aan en gaan ze dood.
  • Bij fotosynthese ontstaat glucose en zuurstof. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke andere stoffen maakt een plant?

Slide 16 - Tekstslide

Waar bewaren planten reservestoffen?
  • Wanneer je een aardappel eet, eet je eigenlijk de reservestoffen van de plant. 
  • Planten slaan de meeste reservestoffen ondergronds op, bijvoorbeeld in de wortel.
  • In de winter leeft alleen de wortel nog, in het voorjaar gebruikt de plant de reservestoffen uit de wortel om nieuwe stengels en bladeren te vormen. 
  • Pas wanneer de plant weer groene bladeren heeft is hij in staat om glucose te maken door gebruik te maken van het zonlicht. 

Slide 17 - Tekstslide

3. waar bewaren planten reservestoffen?
Aardappel (knol) = Verdikte wortel
Ui (bol) = dikke bladeren dicht tegen elkaar aan

Slide 18 - Tekstslide

4. Hoe overleven planten zonder bladgroen?
  • Niet alle planten hebben bladgroenkorrels
  • De klavervreter heeft geen bladgroenkorrels, maar heeft wel voeding nodig. Hij haalt zijn voeding uit andere planten
  • Een plant die een andere plant gebruikt
    om te overleven noem je een parasiet
  • De plant waarvan een parasiet leeft noem
    je de gastheerplant.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk voordat je aan de les van paragraaf 5.4 begint.
 
Maak alle opdrachten van paragraaf 5.3 af en kijk ze na. Als je gaat nakijken zorg dan dat je echt kijkt wat er goed is en wat er niet goed is en verbeter je foute antwoorden.

Vond je dit een lastige paragraaf en wil je op een andere manier met de lesstof bezig. Pluk dan eens een Narcis en kijk eens hoe het er bij de wortels uit ziet. Sij het open met een mesje. Let wel op met naar buiten gaan. Pluk niet stiekem uit de tuin van de buren en let op dat je voldoende afstand houdt van andere mensen. Je kunt ook een ui en een aardappel opensnijden. Wat zie je? Teken het eens na.

Slide 20 - Tekstslide