pleeggezinnen voor hulphonden gezocht sessie 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel sessie 1

Ik kan een samenvatting maken van de tekst per kopje. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe?
Je gaat een informatieve tekst lezen. Tijdens het lezen probeer je te letten op de belangrijkste informatie. 
Je gaat de hoofdzaken van de bijzaken scheiden. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom

Slide 5 - Tekstslide

Woordbegrip
Een
informatieve tekst 
is geschreven met de bedoeling je  te informeren over een onderwerp. Ze zijn te vinden in tijdschriften, in geschiedenisboeken, in autobiografieën en in handleidingen. 

Slide 6 - Tekstslide

woordbegrip
Je let vooral op de

hoofdzaken: 

Dat zijn belangrijke dingen die over het onderwerp worden gezegd. 

Slide 7 - Tekstslide

woordbegrip
In een tekst staan ook altijd 
bijzaken
zoals voorbeelden. 
Die zijn bedoeld om je beter te laten begrijpen waar de tekst over gaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Woordbegrip
Voorbeelden 

Voorbeelden zijn bedoeld om je beter te laten begrijpen waar de tekst over gaat. Voorbeelden zijn niet belangrijk als je een tekst gaat samenvatten. In een samenvatting noem je alleen de hoofdzaken.

Slide 9 - Tekstslide

We lezen de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdzaken
Per kopje strepen we de bijzaken weg zodat we de hoofdzaken behouden. 

hoofdzaken:

Dat zijn belangrijke dingen die over het onderwerp worden gezegd. 


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Inleiding
Welke zinnen passen het beste in een samenvatting? 
Kies twee zinnen.


A. Een puppypleeggezin zorgt een jaar voor een hulphond.
B. Er zijn te weinig pleeggezinnen voor hulphonden.
C. Hulphonden worden voorbereid om mensen te helpen.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Verschillende hulphonden

A. De bekendste hulphond is de blindengeleidehond, gevolgd door de epilepsiehond en de signaalhond.

B. Hulphonden zijn speciaal opgeleid om mensen met een beperking te helpen om zelfstandiger te leven.

C. Er zijn veel mensen die een hulphond nodig hebben, maar er zijn wachtlijsten, onder andere door een tekort aan pleeggezinnen.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het ideale pleeggezin

A. Het gezin van Jill, Luna en Kjell heeft een puppy in huis die later hulphond kan worden, Ursa.

B. Het ideale pleeggezin is een gezin met kinderen ouder dan vier jaar, dat de hulphond een jaar lang opvoedt volgens de richtlijnen van de KNGF.

C. Het is voor een hulphondpup beter om op te groeien in een pleeggezin dan in een kennel, omdat de hond dan went aan allerlei dingen.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hulphond in de klas

A. Er zijn in Nederland ook initiatieven waarbij kinderen voorlezen aan een hulphond.

B. In de Achterhoek lezen kinderen op school voor aan een hulphond en doen ze spelletjes met ze.

C. Doordat hulphonden op allerlei manieren kunnen helpen, is de vraag naar hulphonden groot


Slide 23 - Tekstslide