4.1 De Eerste Wereldoorlog

§4.1 De Eerste Wereldoorlog
Deel 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4.1 De Eerste Wereldoorlog
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat de oorzaken van WO1 waren (x4)
  • Wat de aanleiding van WO1 was
  • Welke landen in WO1 tegenover elkaar stonden

Slide 2 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
De naam 'Eerste Wereldoorlog' werd pas voor het eerst rond 1920 gebruikt.

Veelgebruikte namen voor de oorlog zijn (nu nog steeds): The Great War (En.), Der Grosse Krieg (Dld.), La Grande Guerre (Fr.) of De Groote Oorlog (Bel.)

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaak 1


Nationalisme







Extreme trots op het eigen volk en land
'Ons land is het beste!'

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaak 2


Militarisme







Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak 3


Wapenwedloop







Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat 
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft

Slide 6 - Tekstslide

Bondgenootschappen







Economische en militaire afspraken tussen de landen: Wij helpen elkaar!

Slide 7 - Tekstslide

Het kruidvat
Alle oorzaken zorgen voor een explosieve situatie in Europa.
Het wachten is op de aanleiding, het aansteken van de lont...
Oorzaak 1: Nationalisme
Oorzaak 2: Militarisme
Oorzaak 3: Wapenwedloop
Oorzaak 4: Bondgenootschappen
De aanleiding: Moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, Franz Ferdinand

Slide 8 - Tekstslide

Wij gaan winnen!
Overal in Europa is er veel enthousiasme om
te gaan vechten én vertrouwen om te winnen: 
met Kerst zijn we weer thuis zijn!
Soldaten worden opgeroepen om te vechten: mobilisatie

Deze oorlog is goed:
ein frischer fröhlicher Krieg

Slide 9 - Tekstslide

Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied

Slide 10 - Open vraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 13 - Quizvraag

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 14 - Quizvraag

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 15 - Quizvraag

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 17 - Open vraag

5

Slide 18 - Video

00:52
Welke twee landen raakten in eerste instantie met elkaar in oorlog?

Slide 19 - Open vraag

01:35
Welke drie landen sloten zich aan bij Servië en vormden de geallieerden.

Slide 20 - Open vraag

03:49
Twee frontenoorlog

Slide 21 - Tekstslide

05:04
'Geen centimeter land veroverd en dat gaat zo maar door.'
Wat is het gevolg van de loopgravenoorlog?
Denk bijvoorbeeld aan tijd en slachtoffers.

Slide 22 - Open vraag

01:35
Welke drie landen sloten zich aan bij Oostenrijk en vormden de centralen?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video