Les verkeer (introductiedag brugklas)
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Met welk vervoersmiddel kom jij naar school?
Slide 2 - Open vraag
Je ziet een vriend(in) aan de
overkant
van de weg. Wat doe je?
overkant
van de weg. Wat doe je?
A
Je fiets snel door oranje
B
Je stopt en roept naar je vriend(in) dat hij/zij even moeten wachten
C
Oranje betekent dat je door mag rijden, dus ik mag gewoon door fietsen.
D
Weet ik niet
Slide 3 - Quizvraag
Je fiets over
de rotonde en er
komt een auto aan.
Wie krijg er voorrang?
de rotonde en er
komt een auto aan.
Wie krijg er voorrang?
A
De fietser mag door rijden en de auto stopt
B
De fietser moet stoppen en de auto mag door
C
Weet ik niet
D
Weet ik niet
Slide 4 - Quizvraag
Je stopt bij een
weg om over te steken.
Je moet goed kijken.
Hoe kijk je goed
of er iets aan komt?
weg om over te steken.
Je moet goed kijken.
Hoe kijk je goed
of er iets aan komt?
A
Ik kijk links, rechts en dan links
B
Ik kijk rechts, links en dan rechts
C
Ik kijk links en dan rechts
D
Ik kijk rechts en dan links
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent
dit
verkeersbord?
dit
verkeersbord?
A
Ik krijg voorrang
B
Ik moet voorrang geven aan verkeer
C
Ik mag altijd oversteken
D
Weet ik niet
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent dit bord?
A
Alleen fietsers toegestaan
B
Verboden fietsen te plaatsen
C
Verboden te fietsen
D
Weet ik niet
Slide 8 - Quizvraag
Mag je hier fietsen??
A
Ja, dat mag altijd
B
Nee, dat mag nooit
C
Ja, dat mag van 7.00-12.00 uur
D
Ja, dat mag als alle winkels gesloten zijn
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Geef je antwoord over de 3 fietsende scholieren
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Tekstslide
Zorg dat je licht op je fiets hebt!
Hoeveel kost een
boete voor fietsen
zonder licht?
Hoeveel kost een
boete voor fietsen
zonder licht?
A
10 euro
B
25 euro
C
55 euro
D
90 euro
Slide 13 - Quizvraag
MONO!
Wat kost een boete voor
een telefoon in je hand op de fiets?
Wat kost een boete voor
een telefoon in je hand op de fiets?
A
30 euro
B
55 euro
C
85 euro
D
95 euro
