Bijeenkomst 2

• Mentorles
• HBO
• Studiejaar 2

Bijeenkomst 2

Pedagogisch handelen 2 JK

Isa van der Plank

Wat heb je gedaan
voor PH2

Vandaag

Bedoelingen

Spelniveaus

Rollen van de leerkracht 

Didactische impulsen

Jouw thema tot nu toe?

 

Geen doel, maar BEDOELING

Je werkt met bedoelingen:

- Wat wil je aanreiken? Wat is de bedoeling dat de kinderen daarmee ontwikkelen, meemaken of bereiken?

- Pas achteraf kun je concreet aangeven welke doelen er gaande weg tijdens de activiteit zijn bereikt (de kinderen geven hier zelf vorm aan in hun spel/onderzoek/eigen initiatieven).

Stel jezelf de volgende vragen

- Wat wil je aanreiken aan de ll ?

- Wat is je bedoeling dat de ll daarmee ontwikkelen, meemaken of bereiken?

- Je beschrijft de lerende waarde (t.a.v. leerlijnen bijvoorbeeld) en de vormende waarde

- Wat kunnen de ll gaan ervaren en hoe draagt dit bij aan hun

brede persoonsontwikkeling?

- Denk aan gevoelens zoals trots, teleurstelling, vriendschap, wie ben je, wat kan je?).

Bedoeling bestaat uit:

Voorbeeld bedoeling

Kring

Bedoelingen:

De kinderen verwonderen zich over de muisjes. De kinderen maken kennis met de verschillende familieleden van de muizenfamilie. De kinderen zingen mee met het muizenliedje en tellen spelenderwijs de muisjes. Door middel van bewegingen en het spel nadoen van het spel tussen de muizen en kat ervaren de kinderen het resultatief tellen tot 5.

Persoonsvormend: Interactie in vervolgspel hoek

Vaardigheid: Sociaal-cognitief, taalontwikkeling, planmatig strategisch handelen, resultatief tellen.

Kennis van de wereld: Nieuwsgierigheid wekken,

Kernactiviteiten:

Reken-wiskunde activiteiten

Spel

Leerlijnen:

Kerndoel 26: De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.

www.slo.nl

Bedoeling hoek bakkerij

Elk kind speelt op een eigen manier en niveau

Spelwereld: Verschillende spelniveaus individu.

Samenspelfase: Verschillende spelniveaus

in samenspel.

Spelwerelden Vermeer

Spelwerelden Vermeer

Freddy speelt met confetti in de exploratie bak. Hij pakt een hoopje confetti en laat dit dwarrelen. Hij herhaalt dat.

1. Spel in de hanteerbare wereld
2. Spel in de illusieve werled
3. Spel in de lichamelijke wereld
4. Spel in de esthetische wereld.

Ibrahim dekt de tafel in de huishoek, zodat de juf straks kan komen eten. Hij legt de vork links van het bord, het mes rechts van het bord en de lepel boven het bord.

1. Esthetische wereld
2. Illusieve wereld
3. Hanteerbare wereld
4. Regelspel

Op het schoolplein spreken Roya, Benthe, Anas en Jasmijn af om tikkertje te spelen. Als je getikt bent, moet je met je benen wijd gaan staan. Als iemand onder je door kruipt ben je weer vrij.

1. Illusieve wereld
2. Regelspel
3. Lichamelijke wereld
4. Hanteerbare wereld

Fiep en Brandy hebben in de bouwhoek een kasteel gebouwd. Fiep zegt tegen Brandy: 'Ik ben de prinses, ik zit opgesloten in de toren met een draak, jij bent de prins. 'Ik kom je dan redden, versla de draak en dan gaan we in het kasteel wonen.'

1. Esthetische wereld
2. Regelspel
3. Illusieve Wereld
4. Hanteerbare wereld

Spelcategorieën Parten

1. Parallel Spel: Het is een spelvorm waarbij de kinderen naast elkaar spelen met hetzelfde materiaal zonder dat er sprake is van interactie. Deze spelvorm is kenmerkend voor kinderen aan het begin van de peuter- en kleutertijd (Feldman, 2012).​

2. Toekijkend Spel: Het is een spelvorm waarbij de kinderen alleen naar het spel van anderen kijken zonder zelf mee te doen. Ze kijken soms zwijgend toe of geven commentaar. Daarnaast geven ze soms advies of moedigen de andere kinderen aan (Feldman, 2012).​

3. Associatief Spel: Bij deze spelvorm gaan twee of meer kinderen de interactie aan doordat ze speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen, terwijl de kinderen niet hetzelfde doen (Feldman, 2012).​

4. Coöperatief Spel: Bij deze spelvorm gaan de kinderen echt met elkaar spelen. Ze spelen samen een spelletje, wisselen elkaar af of bedenken een wedstrijdje samen (Feldman, 2012).​

Paralel Spel

Toekijkend spel

Associatief spel

Coöperatief spel

Observeren

Ontwikkelingsgebieden

Samenspelfase

Spelniveau

Rollen van de leerkracht

https://www.leraar24.nl/105698/stimuleer-het-spel-van-kleuters-met-uitdagende-hoeken/

1. observator 

2. bemiddelaar 

3. spelmaatje

4. toneelmeester

oriënteren op de activiteit

kinderen worden uitgelokt ervaringen, ideeën en kennis in te brengen

leerkracht probeert basis te creëren voor verdere uitvoering en verdieping van de activiteit

motieven en handelingsmogelijkheden van de kinderen verkennen

https://www.speelplezier.tv/kleutergroep-2/

https://www.leraar24.nl/70137/spelstimulering-van-manipulerend-spel-naar-rollenspel/

structureren en verdiepen van de activiteit

interactie binnen het spel van de kinderen zelf om de activiteit beter te begrijpen, verbeteren en verdiepen

- activiteit ordenen en reguleren 

- nieuwe elementen aan de activiteit toevoegen

- handelingen of vaardigheden van de kinderen verbeteren

https://www.speelplezier.tv/kleutergroep-2/

https://www.leraar24.nl/423702/hoe-je-met-een-spelscript-het-rollenspel-van-kleuters-stimuleert/ 

toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden

zetjes in de juiste ontwikkelingsrichting

zoek leermomenten in de betekenisvolle situatie

confronteer met concrete probleemstellingen

verbreden naar andere activiteiten

integratie met andere kernactiviteiten

(betekenisvol onderwijs, intrinsieke motivatie)

https://www.speelplezier.tv/kleutergroep-2/

reflecteren op de activiteit

 reflectie op de groei van de kinderen in hun activiteit en formuleren van ideeën voor vervolgaanbod, echt samen met de kinderen

-> leerkracht stemt hier op af 

https://www.speelplezier.tv/kleutergroep-2/

oriënteren

structureren en verdiepen

verbreden

In de themahoek 'de bakkerij' maken twee kinderen verschillende prijskaartjes: "koek 1" "brood 2" en "taart 5"

De leerkracht bezoekt met de klas een bakkerij.

De leerkracht speelt mee bij de bakkerij: "Mag ik drie brood?"

Aan de slag met het thema

In kleine groepjes

- Wat is je thema?
Wat maakt jouw thema speelbaar?

- Hoe houd je rekening met de kleuterkenmerken?

- Welke hoeken gebruik je?

- Hoe houd je rekening met de spelwerelden?

Wat zijn jouw volgende
stappen voor PH2?

Volgende keer

Aansluiten bij de belevingswereld

Materialen in de speelleerhoek

Oogst

Tijd voor het thema