Hoofdstuk 2 Herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Brugklas: Durf jij de test aan te gaan? Hoe goed ben  jij voorbereid op Hoofdstuk 2?

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Hoe goed ken jij de woordjes?
• Hoe goed ken jij de getallen?
• Hoe goed ken jij de grammatica?  

Wat is de vertaling van: kijken

1. aider
2. préférer
3. regarder
4. manger

Wat is de vertaling van: la boulangerie

1. De slager
2. het stokbrood
3. de winkel
4. de bakkerij

Stromae zingt hier over een afspraak, wat is de vertaling van een afspraak?

Tekst

maintenant

préparer

souvent

le poulet

nu

voorbereiden

vaak

de kip

Hoe zit het met de getallen?

kunnen we daar al op rekenen voor de toets? 

Wat is het gekke aan de Franse getallen?

Wat is 57 in het Frans?

Wat is 70 in het Frans?

Wat is 82 in het Frans?

Wat is 21 in het Frans?

Tot slot: de grammatica

De werkwoorden op -er

Even wat actiever!

Is de zin goed? Dan ga je staan. 

Is de zin fout? dan blijf je zitten. 

Il manges un pizza

Il manges un pizza

Aujourd'hui, Je regarde le F1

Aujourd'hui, Je regarde le F1

Nous demandons la carte 

Nous demandons la carte 

Tu habites à Eindhoven 

Tu habites à Eindhoven 

Faye et Diede regarde TikTok

Faye et Diede regarde TikTok

on aidez ma grand-mère

on aidez ma grand-mère

Door naar de ontkenning

wat was dat ookalweer?

Neem de zin over met de ontkenning.
Non. __ ils __ adorent __ la __ télé.

Neem de zin over met de ontkenning.
Tim ___ et ___ Kiki ___ travaillent ___.

Tu ne cherches pas ta mère

Vrai

Faux

Ils ne trouvent leur pizza

vrai

faux

Oui, Ce est ne une pas fille

faux

On ne adore pas le foot

vrai

faux

planning voor de rest van de les:

Wat? je gaat kiezen in welke onderdelen je je wil verbeteren

Hoe? individueel en mag vragen stellen aan mij of je buurman/buurvrouw. 

Tijd? rest van de les. 

Klaar? pak een nieuwe oefening.