Herhaling zwakke werkwoorden en gebruik ein of eine

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ziel: Ik ken de woordjes van Kapitel 5
         Ik kan het zwakke werkwoord vervoegen
         Ik weet wanneer ik ein/kein en eine/keine gebruik.

Was werden wir heute machen?
  • Lernliste Kapitel 5 Wiederholung
  • Das Verb(ww) und ein/kein eine/keine Wiederholung
  • Spiel
  • Hausaufgaben
Du brauchst: ein Papier und einen Kugelschreiber

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdregel = feesttenten
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 3 - Tekstslide

kommen: Wat is goed?
A
ich komme/ du kommst/er kommt
B
ich kommst/ du kommt/er komme
C
ich kommt/ du komme/ er kommst

Slide 4 - Quizvraag

(besuchen): Lena ..... uns am Montag.
A
besuche
B
besuchst
C
besucht

Slide 5 - Quizvraag

(trinken): Ich ... eine Cola.
A
trinke
B
trinkst
C
trinkt

Slide 6 - Quizvraag

(organisieren): Die Mädchen ... eine Party!
A
organisiert
B
organisieren

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in.
(wohnen): Wo .... Nicole?

Slide 8 - Open vraag

(küssen): Udo ... das Mädchen auf die Wange.

Slide 9 - Open vraag

Wat is op jou van toepassing?
A
Ik kan de werkwoorden goed vervoegen
B
Ik moet nog wat beter leren
C
Ik heb nog wat uitleg nodig

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer vertaal je een met ein?
A
Wanneer een woord der/das is
B
Wanneer een woord die is

Slide 11 - Quizvraag

Wiederholung ein/kein und eine/ keine
Vul in: ein of eine.
Das ist  .... ein oder eine?
             
der/das: ein

die: eine

Slide 12 - Tekstslide

Wiederholung ein/kein und eine/ keine
Vul in: ein of eine.
Das ist  .... ein oder eine?
             
das Ei 
das Brot
der Kaffee 

der Löffel
die Gabel 
die Speisekarte

Slide 13 - Tekstslide

Nog meer oefenen. Kies uit: ein of eine 

de/het :                                 
  • das Flugzeug                     
  • die Tomate                                     
  • die Schülerin                                 
  • das Bett                                          
  • der Spiegel                                     
  • der Name                                       
een wordt nu:
  • ein
  • eine
  • eine
  • ein
  • ein
  • ein
Je kunt me straks uitleggen waarom je voor ein of eine hebt gekozen!

Slide 14 - Tekstslide

Wat is op jou van toepassing?
A
Ik weet wanneer ik ein/eine gebruik
B
Ik heb nog wat meer uitleg nodig
C
Ik moet nog wat beter leren

Slide 15 - Quizvraag

Wortschatz

Slide 16 - Tekstslide

Übersetze: schauen
Dann schauen wir mal, was Nicole macht.

Slide 17 - Open vraag

Übersetze: hell
Meine Lieblingsfarbe ist hellgrün.

Slide 18 - Open vraag

Schinken:
Brot mit Schinken schmeckt mir nicht so gut.

Slide 19 - Open vraag

Sahne:
Eis mit Sahne schmeckt herrlich.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal: heel erg
A
oft
B
aber
C
nicht
D
sehr

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal: de vork
A
das Messer
B
die Gabel
C
der Löffel

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal: de aardappelen
A
die Pommes
B
die Nudeln
C
die Kartoffeln

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal: het fruit
A
das Obst
B
das Gemüse

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal: Pardon!
A
Bitte
B
Danke
C
Entschuldigung

Slide 25 - Quizvraag

Wat is op jou van toepassing?
A
Ik ken de woordjes al goed
B
Ik ken de woordjes nog niet zo goed. Ik moet nog wat beter leren
C
Ik ken de woordjes een beetje, maar ik moet nog wat meer leren

Slide 26 - Quizvraag

Ist das Ziel erreicht?
Ik ken de woordjes van Kapitel 5
Ik kan het zwakke werkwoord vervoegen
Ik weet wanneer ik ein/kein en eine/keine gebruik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Zeit für ein Spiel!
- De oudste speler begint en gooit met de dobbelsteen. 
- Je komt op een vak met een znw of een plaatje van een znw
- Je kiest ein/eine en noemt het woord er achteraan. 
Fout = is 3 plaatsen terug - Goed = staanblijven
Eén van de spelers checkt de antwoorden met de Lernliste van Kapitel 5.
Wie als eerste de eindstreep haalt, heeft gewonnen.

Slide 28 - Tekstslide

Machen: Probetest
Lernen (Wiederholung):
Kapitel 5 Wortschatz + 
Grammatik

Slide 29 - Tekstslide