Kies les 2

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Kies les 2

Rechten en plichten 

Gedragsverwachtingen 

Ik stop mijn telefoon in de telefoontas. 

Ik doe mijn kauwgom in de prullenbak. 

Ik doe actief mee tijdens de les. 

Ik ben stil als de docent aan het woord is. 

Planning 

13:45- 14:15 

Theorie 

14:15-14:55 

Theorie verwerken in je boek 

14:55-15:00

Afsluiting van de les 

Lesdoelen 

Aan het einde van de les: 

weet jij wat mensenrechten zijn. 

weet jij dat je plichten hebt.

weet jij dat je rechten hebt.

kan jij 2 mensenrechten opnoemen. 

Wat weet jij van rechten en plichten?

Rechten en plichten 

Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben. Jij hebt bijvoorbeeld recht op loon als je werkt. 

Een plicht is iets wat je moet doen . Jij hebt bijvoorbeeld de plicht om naar school te gaan (leerplicht) 

Wat is het verschil tussen een recht en een plicht?

Mensenrechten 

Er zijn rechten die voor alle mensen op de wereld gelden = mensenrechten. Bijvoorbeeld het recht dat je mag trouwen met wie je wilt. Er zijn landen die zich niet aan alle rechten houden. Kan jij een land bedenken waar dat zo is? 

Voorbeelden van mensenrechten zijn: 

• Iedereen wordt vrij en met dezelfde rechten geboren. 
• mensenrechten zijn voor iedereen, altijd en overal. 
• slavernij is verboden. 
• je mag niet zomaar worden opgesloten. 
• je mag trouwen met wie jij wilt. 
• je mag je eigen godsdienst kiezen. 
• je mag uitkomen voor je eigen mening. 
• je mag meedoen aan verkiezingen in jouw land. 
• je hebt recht op rust en vrije tijd. 
• je hebt recht op werk en op een eerlijk loon.
• je hebt het recht om naar school te gaan. 
• je hebt het recht op genoeg geld om van te leven. 

Welk recht vindt jij het belangrijkste en waarom?

Aan de slag 

Maak de opdrachten van les 2 op bladzijde 18 t/m 22. 

Wat heb jij geleerd?