H3 WEEK 41 Bron H + C/G (phrases clés)

Plattegrond H3
.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond H3
.

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Objectifs d'apprentissage
  1. T1 Ik kan regelmatige werkwoorden op -er en -re gebruiken.
  2. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vriend(in).


Slide 4 - Tekstslide

Le dernier cours ?

Slide 5 - Woordweb

Corriger les devoirs
  • Chapitre 1 (boek A) - exercices bron D: 16abdf et 17 p.31-33
  • Vocabulaire leren: A (FR-NL en NL-FR), B et F (FR-NL) p.48-49
  • Apprendre: bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Programme
Chapitre 1
Bron H
ex. 29abcd + 30abc, 31
Bron C + G
ex. 26abc
ex. 28ab

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire H - chapitre 1
Au travail!

Slide 8 - Tekstslide

blz. 44 - 46

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden op -er

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden op -re

Slide 11 - Tekstslide

stam = het werkwoord zonder er /re

donner = donn
aimer = aim
chanter = chant
vendre = vend
rendre = rend
confondre = confon
Uitgang = de letters die je achter de stam toevoegt als je een werkwoord gaat gebruiken


er

je + e
tu + es
il / elle / on + e

nous + ons
vous + ez
ils / elles +ent
re

je + s
tu + s
il / elle / on + -

nous + ons
vous + ez
ils / elles +ent

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Exercices
  • Zelfstandig maken: 29acd

  • Déjà fini? (al klaar): voca A, B & F oefenen


Vous avez 10 minutes.
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

blz. 44
Onderstreep de uitgangen van de werkwoorden die op -er eindigen en die op re eindigen

Slide 15 - Tekstslide

ex. 29 blz. 45
29c: onderstreep de werkwoordsvormen van de -re werkwoorden.
29d: Vul de juiste werkwoordsvorm in.
réponds?

Slide 16 - Tekstslide

Begrijp je hoe een regelmatig werkwoord op -re wordt gebruikt?
A
oui
B
non
C
un peu

Slide 17 - Quizvraag

Werkwoorden op er / re in de passé composé

danser

Ik heb gedanst
J'ai dansé



vendre

Ik heb verkocht
J'ai vendu



stam + é
stam + u

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Werkwoorden op -re in de passé composé

Slide 20 - Tekstslide

Exercices
  • Zelfstandig maken: 30bc et 31

  • Déjà fini? (al klaar): voca A, B & F oefenen


Vous avez 10 minutes.
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

ex. 30b
1
2
3
4
5
6
ww. -er
ww. -re
blz. 45

Slide 22 - Tekstslide

blz. 46

Slide 23 - Tekstslide

blz. 46

Slide 24 - Tekstslide


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag

Leerdoelen
Objectifs d'apprentissage
  1. T1 Ik kan regelmatige werkwoorden op -er en -re gebruiken.
  2. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vriend(in).


Slide 26 - Tekstslide

Phrases-clés C - chapitre 1
Au travail!

Slide 27 - Tekstslide

Phrases-clés G - chapitre 1
Au travail!

Slide 28 - Tekstslide

Phrases clés G

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vocabulaire Bron E
Of verzin zelf woorden die op jou en je vriend(in) van toepassing zijn en zoek deze op in google translate.

Beschrijf ook het uiterlijk zodat je veel bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Evaluatie
Noem 'deux mots' die je hebt onthouden uit de les.

Slide 34 - Tekstslide

Les devoirs pour le prochain cours...
Grandes Lignes - Chapitre 1:

  • Exercices: 
  • Apprendre vocabulaire A (FR-NL en NL-FR) et B (FR-NL) p.48


Slide 35 - Tekstslide