In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Evolutie van het leven op Aarde
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Creationisme
Creationisme: alle levende
wezens zijn door God
geschapen
Slide 7 - Tekstslide
Intelligent design
Combinatie van evolutie en schepping.
Complexe ontwikkelingen ontstaan door 'schepper'.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Lamarck
Lamarckisme (Lamarck,1744-1829)
Verworven eigenschappen tijdens het leven
worden doorgegeven aan de volgende
generatie.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Basisstof 7
Het ontstaan van soorten
Tekst
Slide 20 - Tekstslide
Ontstaan nieuwe soorten
Slide 21 - Tekstslide
ontstaan nieuwe soort
Slide 22 - Tekstslide
B7 Ontstaan van soorten
Voor het ontstaan van nieuwe soorten, moet langere tijd geen uitwisseling van genen zijn: reproductieve isolatie!
Vindt in één populatie een mutatie plaats, dan komt die niet in de andere populatie.
Na een tijdje zijn ze zó verschillend, dat het twee soorten zijn geworden.
Reproductieve isolatie kan plaatsvinden door geografische isolatie (allopatrisch soortvorming) of door gedragsverschillen (sympatrisch soortvorming)
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Neodarwinisme
Ontdekkingen binnen genetica hebben meer inzicht geleverd in de processen. En ook de ontdekking van DNA en de code van eiwitten heeft deze theorie bijgesteld.
Daarnaast is gebleken dat tijdens het leven verworven eigenschappen de samenstelling van genen door bijvoorbeeld milieufactoren kunnen veranderen en dat deze kunnen worden doorgegeven aan de nakomelingen.
Slide 25 - Tekstslide
In de geschiedenis van de aarde zijn er regelmatig klimaatsveranderingen geweest. Hierdoor veranderde de mate van invloed van abiotsche factoren op populaties. Sommige individuen hadden, door toeval, een hogere fitness. Na veel generaties veranderde op deze manier soorten in nieuwe soorten.
Welk pijler van Darwin mist hier?
A
Genetische variatie (verscheidenheid in genotypen)
B
Natuurlijke selectie (survival of the fittest)
C
Soortvorming door reproductieve isolatie
D
Natuurlijke selectie
(de sterkste overleefd)
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde van evolutie?
A
Survival of the fittest, natuurlijke selectie, genetische variatie, overerving goede eigenschappen
B
Genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
C
Natuurlijke selectie, genetische variatie, survival of the fittest, overerving goede eigenschappen
D
Genetische variatie, survival of the fittest, natuurlijke selectie, overerving goede eigenschappen
Slide 27 - Quizvraag
Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten.