Lesson 66 - 2.2.2017

What begins with a T, ends with a T and has T in it?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

What begins with a T, ends with a T and has T in it?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Check homework
  • Check exercises
  • Stones
  • Exercises 

Slide 2 - Tekstslide

Check homework
  • Workbook page 99 + 100

  • Exercises 19, 20, 21

Slide 3 - Tekstslide

branch

Slide 4 - Open vraag

equipment

Slide 5 - Open vraag

protect

Slide 6 - Open vraag

touw

Slide 7 - Open vraag

uitdagen

Slide 8 - Open vraag

bathe

Slide 9 - Open vraag

skull

Slide 10 - Open vraag

vliegtuig

Slide 11 - Open vraag

herkenningspunt

Slide 12 - Open vraag

zanderig(e)

Slide 13 - Open vraag

Check Homework
  • Workbook page 97

  • Exercises 16, 17, 18, 19, 20, 21

Slide 14 - Tekstslide

Exercise 16
  • Doesn't have a pet = Lily
  • Likes dogs = Lily, Jack, Sophie, Oliva
  • Is allergic to cats = Jack
  • Has fish = Jack, Oliver
  • Has a cat = Oliver, Harry
  • Would like to live on a farm = Jack, Oliver
  • Works with animals = Oliver
  • Thinks polar bears need to be protected = Lily, Olivia

Slide 15 - Tekstslide

Exercise 17
  

Slide 16 - Tekstslide

schooltrip

Slide 17 - Woordweb

Exercise 18
  • 2
  • 4
  • -
  • 1
  • 5

Slide 18 - Tekstslide

Exercise 19
  1. C
  2. Deze tekst heeft geen slot.
  3. Alinea's 2 tot en met 7 vormen het middenstuk. 
  4. 5, 3, 1, 7, 6, 2, 4

Slide 19 - Tekstslide

Exercise 20
  1. C
  2. C
  3. B
  4. C
  5. A
  6. A

Slide 20 - Tekstslide

Exercise 21
  • protect
  • exist
  • attend
  • shower
  • gigantic
  • stool
  • researcher
  • local
  • predator
  • skull
  • disappear
  • aeroplane

Slide 21 - Tekstslide

Homework
Friday 3rd of February
7th hour
Learn Vocab G, H, I

Slide 22 - Tekstslide