Deviant H10.3 + 10.4 Meten

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Doel:

- Je leert over meters en centimeters

- Je leert hoe je dit opschrijft in een kommagetal

- Je leert over de lengte, breedte en hoogte van iets

Herhaling

Wat beteken de kleine streepjes op de liniaal?

Wat betekenen de cijfers op de liniaal?

Uitleg 14

Als iets langer is dan 100 centimeter, kun je de afkorting schrijven in meter en centimeter.

Het tapijt op het plaatje is 110 cm, dat is dus 1 meter en 10 centimeter. 

Het tapijt is 1 m en 10 cm breed.

Uitleg 15

Een meter bestaat uit 100 stukken van 1 centimeter. 

1 centimeter is dus 0,01 meter. 

Dat is een honderdste deel van een meter.

Uitleg 16

Als iets langer is dan 100 centimeter, kun je de afmeting ook schrijven als kommagetal in meter.

De tafel op het plaatje is 210 cm lang. Hoeveel meter is dat?

200 cm = 2 m. 10 cm = 0,10 m.

De tafel is dus 2,10 m lang.

Uitleg 17

Je kunt een kommagetal in meter ook schrijven in meter en centimeter.

Mijn kamer is 6,40 m lang. Hoeveel meter en centimeter is dat?

Ik splits 6,40 m in 6 meter en in 0,40 m. 

Ik weet 0,40 m is 40 cm.

Mijn kamer is dus 6 m en 40 cm lang.

Samenvatting

Als het goed is, heb je vorige week alle opdrachten van 10.3 'Meter en centimeter' gemaakt.

Denk eraan dat je lijnen in je schrift met potlood en liniaal tekent!

10.4 Rekenen met meters en centimeters

Soms moet je meter als centimeters schrijven om iets uit te rekenen. Denk bijvoorbeeld aan techniek.

Uitleg 18

Piet heeft een plank van 1 m. Hij zaagt de plank in stukken van 20 cm. In hoeveel stukken zaagt Piet de plank?

Stap 1: 

Stap 1: Schrijf de lengte in centimeter. 1 m = 100 cm.

Stap 2: Reken uit. De plank kan in 5 stukken gezaagd worden van 20 centimeter. Piet zaagt de plank dus in 5 stukken.

Aan het werk

10.4 Rekenen met meters en centimeters

Test Jezelf

Door elkaar

Bladzijde 137 t/m 144

Klaar met Test jezelf?

Pak een laptop en ga naar

www.studiemeter.nl

log in en ga naar:

Hoofdstuk 10 - Meten - Oefeningen