4.1: Oorlog in Europa

4.1 Oorlog in Europa
1939-1945 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Oorlog in Europa
1939-1945 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesvolgorde
Herhaling
4.1 Oorlog in Europa 
Vragen
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les leer je over:

- De Tweede Wereldoorlog
- De Duitse opmars
- De Duitse nederlaag

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Oriënteren in de tijd
Tijdvak: 'tijd van de wereldoorlogen', periode 1900-1950
timer
0:30
Wat weet je al over de Tweede Wereldoorlog in Europa?

Slide 5 - Woordweb

Activeren van voorkennis
Voor de oorlog
1933 Hitler aan de macht
Hitler wil de Duitstalige gebieden bij Duitsland hebben.
1938 Oostenrijk bij Duitsland (provincie)
Sudetenland (Tsjechisch gebied waar ze Duits spreken bij Duitsland).
Engeland en Frankrijk waarschuwen Duitsland dat een aaval op Polen oorlog betekent

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland valt Polen aan
Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een  Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.
"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"
1 september 1939
Begin Tweede Wereldoorlog
Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk  maar één ding doen:  Duitsland de oorlog verklaren...
Toch wachten zij af aangezien het Duitse leger erg sterk is.
mei 1940 - juni 1941
10 mei 1940
Duitsland valt Nederland, België en Frankrijk aan. 

22 juni 1941
Duitsland valt de Sovjet-Unie aan.
3 september 1939
Begin Tweede Wereldoorlog

Slide 7 - Tekstslide

Aanloop naar en begin van WO2 (lesdoel 'de Duitse Opmars')
Met het begrip de geallieerden worden de tegenstanders van de asmogendheden bedoeld. Het gaat dan voornamelijk om de volgende landen:
  • Groot-Brittannië
  • Frankrijk
  • Sovjet-Unie
  • Verenigde Staten
  • China
Nederland wilde, net als bij de Eerste Wereldoorlog, ook nu neutraal blijven. Helaas lukte dit niet en werd Nederland al snel aangevallen door Duitsland. 

Er waren wel landen neutraal in de Tweede Wereldoorlog, namelijk:

  • Zweden
  • Ierland
  • Spanje
  • Portugal
  • Zwitserland
  • Turkije
  • Saoedi-Arabië
Met het begrip de asmogendheden worden de landen Duitsland, Italië en Japan bedoelt, maar ook kleine landen als Hongarije, Bulgarije en Roemenië waren lid van deze alliantie. Deze asmogendheden hadden ook bondgenoten. Dit waren landen die samen vochten met de asmogendheden maar geen officieel lid waren (bijvoorbeeld Finland en Libië).

Slide 8 - Tekstslide

Verder verloop van WO2 (lesdoel 'De Tweede Wereldoorlog')
De Russische winter
Na de aanval in juni 1941 rukten de Duitsers snel op in de Sovjet-Uni. De Russische winter hadden ze alleen niet zo snel en zo heftig verwacht. 
Winter 1941-1942
D-Day
Op 6 juni komen de geallieerden aan land in Frankrijk. Dit zorgde ervoor dat Duitsland nu aan zowel de oostzijde als de westzijde werd aangevallen. 
8 mei 1945
De capitulatie
De officiele overgave werd in mei 1945 getekend. Adolf Hitler heeft dit zelf niet meegemaakt. Hij wilde de overgave niet meemaken en heeft een week daarvoor zelfmoord gepleegd.
6 juni 1944

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Russische winter slag om Moskou. Eerste tegenslag voor de Duitsers.
Door de koude winter bevriezen soldaten en ook de Duitse kanonnen en tanks werken hierdoor niet goed.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slag om Stalingrad 1942/1943 keerpunt in de oorlog

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweehonderdvijftigduizend Duitse soldaten komen om het leven bij Stalingrad

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D-Day landing in Normandië
6 juni 1944. Begin van bevrijding West-Europa

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

September 1944. Slag om Arnhem
Om de bruggen over de grote rivieren in handen te krijgen
Parachutisten en luchtlandingstroepen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hongerwinter
20.000 mensen sterven
Nederland 1944/1945

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevrijding Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat heb je geleerd over 4.1
De oorlog in Europa?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een keerpunt in de oorlog in Rusland?
A
Slag om Moskou
B
Slag om Stalingrad
C
Slag om Leningrad
D
Slag om Koersk

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een keerpunt in de oorlog in West-Europa?
A
Slag om de Schelde
B
Slag om Arnhem
C
Landing in Normandië
D
Bevrijding

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na september 1944 reden er geen transporttreinen meer naar de steden. Wat was het gevolg?
A
Steden kwamen in opstand
B
Bevrijding
C
Hongerwinter
D
Mensen werden opgepakt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede tijdsvolgorde (van vroeger naar later)
A
Duitse aanval Polen, D-day, slag om Stalingrad
B
D-Day, Duitse aanval op Polen, Slag om Stalingrad
C
Duitse aanval op Polen, Slag om Stalingrad, D-Day

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Wat wil je nog meer weten van
'Oorlog in Europa'?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken 4.1 Digitaal

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies