Mening, argument en feit zonder mob

DOEL



- je weet wat een feit is 
- je weet wat een mening (standpunt) is 
- je weet  wat een argument (reden) is 

meningen, argumenten en conclusies in een tekst herkennen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOEL



- je weet wat een feit is 
- je weet wat een mening (standpunt) is 
- je weet  wat een argument (reden) is 

meningen, argumenten en conclusies in een tekst herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Mening, feit, argument 

Slide 2 - Tekstslide

Mening

Slide 3 - Woordweb

Argument

Slide 4 - Woordweb

Feit

Slide 5 - Woordweb

Feit
- Iets wat waar is
- Je kunt het controleren
- Je kunt het bewijzen

Slide 6 - Tekstslide

Mening
- Iets wat iemand vindt over iets
- Je kunt het herkennen aan:
'ik vind', 'volgens mij'
- Je kan het ermee eens en oneens zijn
- Ook wel standpunt genoemd

Slide 7 - Tekstslide

Argument
- De reden waarom iemand iets vindt
- Je kunt dit herkennen aan:
 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Slide 8 - Tekstslide

Feit, mening of argument?
  • Als je te laat bent, dan moet je je melden.
  • Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u
  • Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
  • Omdat hij goede standpunten heeft.
  • Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: signaalwoorden


Slide 10 - Tekstslide