Een spook, fantoom of geestverschijning is een vermeend verschijnsel dat in het volksgeloof doorgaans in verband wordt gebracht met de ziel of geest van een overleden persoon die niet tot rust kan komen.
Slide 8 - Tekstslide
Woordraadstategieën
Spook 3. Zoek voorbeelden Let op signaalwoorden voor voorbeeld! --> bijvoorbeelde, zo, zoals ........
`Spoken worden afgebeeld door een laken met ogen.`
Slide 9 - Tekstslide
Woordraadstategieën
Spook 4. Zoek tegenstellingen Het tegenovergestelde
Spook = levende
Slide 10 - Tekstslide
Woordraadstategieën
Spook 5. Zoek naar een bekend woorddeel Spook heeft dit niet!
onnodig on = niet onnodig = niet nodig
Slide 11 - Tekstslide
Woordraadstategieën
Spook 6. Gebruik een woordenboek
Slide 12 - Tekstslide
Woordraadstategieën
Spook 7. Bekijk een afbeelding
Slide 13 - Tekstslide
Woordenschat, waarom?
Mentale lexicon
Bruggetjes maken
Alle onderdelen van Nederlands
Ook bij andere vakken!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hond
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag
Wat --> Woordenschat hoofdstuk 1 opdracht 1 en 2
Waar --> In het lokaal
Wanneer --> In de les tot 5 minuten voor het einde
Wie --> Zelfstandig of met buurman/buurvrouw
Waarom --> Bruggetjes maken!
Hoe --> Zachtjes samenwerken of zelfstandig
Hulp --> Vinger opsteken of naar bureau komen
Slide 18 - Tekstslide
Voeg hier foto's toe van het gemaakte huiswerk of een screenshot van het digitale werk.
Slide 19 - Open vraag
Aan de slag
Klaar?
Nakijken + controle
Maak een klaaropdracht
Zelfstandig en in stilte
Inleveren klaaropdracht en aftekenen
Slide 20 - Tekstslide
Bij welk woord denk jij de meeste bruggetjes te hebben?
Slide 21 - Woordweb
Waar ga jij tijdens de volgende les beter op letten, zodat je beter kan werken?