Les 1 absg2a ned @216

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABSG2A 
donderdag 5 sept 2024

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma voor vandaag:
1. welkom!!
2. aanwezigheid: wie is er? 
3. hoe gaat het met je?
4. quiz: spreekwoorden!
5. aan de slag met de examens - hoe zit dit jaar eruit?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een andere stoel als....
Stoelendans!

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Zet alle stoelen in een kring met één stoel minder dan het aantal leerlingen.
De leerling zonder stoel draait aan de spinner.
Alle leerlingen voor wie de stelling geldt waar de spinner op komt, moeten snel naar een andere stoel. De draaier moet ook een stoel zien te veroveren.
Degene voor wie de stelling niet geldt, blijven zitten.
Degene die als volgende geen stoel heeft, mag als volgende aan de spinner draaien (of op een gegeven moment zelf bepalen over welk onderwerp die iets wil weten!)
Schrijf op:
Wat denk jij dat spreekwoorden zijn?
Ken jij een Nederlands spreekwoord?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent: je bent te laat voor het eten en alles is op.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk - Figuurlijk
Spreekwoorden betekenen niet letterlijk wat je hoort, leest of ziet, maar ze zijn figuurlijk bedoeld.
Ze betekenen dus iets anders dan wat er staat, er wordt een beeld gemaakt met de woorden die je gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met lange tanden eten
betekent ...
A
Je moet gauw naar de tandarts
B
Je hebt heel veel honger
C
Je hebt geen zin in eten
D
Je eet heel snel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijken als een oorwurm
betekent ...
A
ontevreden kijken
B
blij kijken
C
boos kijken
D
kijken met een vies gezicht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie a zegt, moet ook b zeggen
betekent ...
A
Als je ergens aan begint, moet je het ook afmaken
B
Als je goed oefent, kun je veel leren
C
Als iets niet lukt, kun je er beter mee stoppen
D
Als iets tegen zit, gaat het daarna vast wel beter

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De puntjes op de i zetten
betekent ...
A
heel rustig werken
B
alles snel afraffelen
C
heel netjes werken
D
alles netjes afmaken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ziet eruit om door een ringetje te halen
betekent ...
A
het ziet eruit als een ring
B
het ziet er lelijk uit
C
het ziet er slordig uit
D
het ziet er netjes uit

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van de nood een deugd maken
betekent ...
A
Aandacht vragen voor een belangrijk onderwerp
B
Samenwerken met iemand die je niet leuk vindt
C
Iets leuks maken van een verplichting
D
Iemand overal volgen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De moed zonk haar in de schoenen
betekent ...
A
Ze is veel te dik
B
Ze durft het niet
C
Ze heeft er geen zin in
D
Ze heeft er veel zin in

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Knoop het in je oren
betekent ...
A
Je moet de boel aanpakken
B
Je moet het goed onthouden
C
Als je niet luistert krijg je straf
D
Doen alsof je het niet hoort

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke examens moet je voor Nederlands doen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er nog geen Taalblokken?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies