Irregular verbs

Irregular Verbs
Onregelmatige werkwoorden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Irregular Verbs
Onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Irregular Verbs
Leer nu voor 5 minuten in stilte de irregular verbs uit je hoofd! 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

What is the irregular verb for:
kopen

Slide 4 - Open vraag

Irregular verbs

…….. - told- told
A
told
B
tolled
C
telled
D
tell

Slide 5 - Quizvraag

Irregular verbs

break - ……. - …...
A
breaked - broken
B
broke - broken
C
broke - broked
D
break - break

Slide 6 - Quizvraag

Irregular verbs

make - ….. - …...
A
made - made
B
maked - makes
C
mede - made
D
made - maked

Slide 7 - Quizvraag

What is the irregular verb for:
voelen

Slide 8 - Open vraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
blazen
A
blaw - blew - blawn
B
blow - blew - blown
C
blow - blow - blown
D
blow - blew - blawn

Slide 9 - Quizvraag

Irregular verbs

lose - …... - …...
A
loose - losed
B
lost - lost
C
loes - lose
D
lost - lossed

Slide 10 - Quizvraag

Irregular verbs

fly - …... - …….
A
flied - flown
B
flewed - flown
C
flew - flewn
D
flew - flown

Slide 11 - Quizvraag

What is the irregular verb for:
schrijven

Slide 12 - Open vraag

Irregular verbs

give - …... - …….
A
gaved - given
B
given - gave
C
give - give
D
gave - given

Slide 13 - Quizvraag

Irregular verbs

ring - …... - …...
A
rang - rung
B
ringed - rang
C
rong - rang
D
rung - rang

Slide 14 - Quizvraag

Irregular verbs

catch - ….. - …...
A
caught - caught
B
catched - caught
C
caught - catched
D
catched - catched

Slide 15 - Quizvraag

What is the irregular verb for:
nemen

Slide 16 - Open vraag

Irregular verbs

go - ……. - …...
A
goed - went
B
went - gone
C
goed - goed
D
goes - gone

Slide 17 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
winnen
A
win - wan - wun
B
win - wan - won
C
win - won - wun
D
win - won - won

Slide 18 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is wrong?
A
(vangen) catch - caught - have caught
B
(betalen) pay - payed -have payed
C
(bouwen) build - built -have built
D
(graven) dig - dug -have dug

Slide 19 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
verstoppen
A
hide - hided - hidden
B
hide - hid - hidden
C
hide - hode - hoden
D
hide - hid - hid

Slide 20 - Quizvraag

Irregular verbs

choose - ……. - chosen
A
chose
B
chosen
C
chosed
D
choose

Slide 21 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
spreken
A
speak - spoke - spoken
B
speak - speaked - spoken
C
speak - spoke - speaked
D
speak - speaked - speaked

Slide 22 - Quizvraag

Irregular verbs:
Which one is correct?
denken
A
think - thought -thought
B
think - thinked - thinked
C
think - thaught -thaught
D
think - thinked - thought

Slide 23 - Quizvraag

Irregular verbs
betalen – betaalde(n) – betaald

Slide 24 - Open vraag

What is the irregular verb for:
verkopen

Slide 25 - Open vraag

Irregular verbs
Which one is correct?
houden
A
keep - keept - kept
B
keep - kept - kept
C
keep - kept - keept
D
kep-kept-kept

Slide 26 - Quizvraag

Irregular verbs
do - did - ............

Slide 27 - Open vraag

Irregular verbs
eat - ......... - eaten

Slide 28 - Open vraag

Irregular verbs
to forbid - ......... - forbidden

Slide 29 - Open vraag

Irregular verbs
zijn = .... - .... - ....

Slide 30 - Open vraag

Irregular verbs
dragen = .... - .... - ....

Slide 31 - Open vraag

Irregular verbs
worden = .... - .... - ....

Slide 32 - Open vraag

Irregular verbs
wedden = .... - .... - ....

Slide 33 - Open vraag

Irregular verbs
stelen = .... - .... - ....

Slide 34 - Open vraag

Irregular verbs
vergeten = .... - .... - ....

Slide 35 - Open vraag

Irregular verbs
schrijven = .... - .... - ....

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Hoe ging de les?

Slide 40 - Open vraag

Wat vond je van de les? Heb je er iets van geleerd? Zo ja, wat heb je geleerd?

Slide 41 - Open vraag

Wat begrijp je nog niet zo goed na deze les?

Slide 42 - Open vraag

Finished!
Well done!


Slide 43 - Tekstslide