3.3 Nazi- Duitsland en het buitenland

H3 Het Interbellum
1918-1939

§3 Nazi-Duitsland en het buitenland
A. de buitenlandse politiek van nazi-Duitsland


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Het Interbellum
1918-1939

§3 Nazi-Duitsland en het buitenland
A. de buitenlandse politiek van nazi-Duitsland


Slide 1 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de twee antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 2 - Quizvraag

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
De leningen uit de VS (Dawesplan) stopten en moesten worden terugbetaald.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 3 - Quizvraag

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 4 - Quizvraag




   §3 Nazi-Duitsland en het buitenland
   A: De buitenlandse politiek van Nazi-Duitsland

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen: aan het einde van deze paragraaf moet je kunnen herkennen en uitleggen:
-welke stappen nazi-Duitsland zette richting oorlog

-wat een overeenkomst en een verschil was tussen de ideeën van de Italiaanse fascisten en de Duitse nationaalsocialisten

-hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis vanaf 1929 en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB

Slide 6 - Tekstslide

Twee belangrijkste doelen van Hitler
Doel 1. Einde maken aan de vernederingen van Duitsland. Hij wil zich niet houden aan de Vrede van Versailles. Duitsland moest weer groot en machtig worden en over Europa heersen. 

Dus:  behoefte aan grondstoffen, een grote oorlogsindustrie en een sterk leger. 

Duitsland gaat herbewapenen, voert de dinstplicht weer in, stapt uit de Volkenbond en stopt met de herstelbetalingen. 

Slide 7 - Tekstslide

Heim ins Reich: 
Der Anschluß
maart 1938

Slide 8 - Tekstslide

Hitler eist ook Sudetenland op

Slide 9 - Tekstslide

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland wonen er in Sudetenland veel Duitsers.
Hitler wil alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen.
Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Conferentie van München
september 1938



Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland ook nog krijgt. 

Appeasementpolitiek: Geallieerden geven Hitler zijn zin uit angst voor oorlog.
Waarom al deze veroveringen? Lebensraum

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lebensraum
  • Het Duitse volk had meer ruimte nodig om te leven (Lebensraum)
  • Hitler wilde het Duitse grondgebied uitbreiden, eerst naar Oost-Europa en later heel Europa 
  • In Oost-Europa waren ook veel grondstoffen zoals graan, olie en ijzererts

Slide 14 - Tekstslide



    §3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland
    B: Fascisme in Italië
    C: Nationaalsocialisme in Nederland 

Slide 15 - Tekstslide

B: Fascisme in Italië

Slide 16 - Tekstslide

Mussolini
Na WO I en Verdrag Versailles: 
-veel onvrede in Italië
-hoge werkloosheid, slechte economie
-zwakke regering

1922: extreemrechtse fascistische leider Mussolini werd leider van Italië.

Slide 17 - Tekstslide


Kenmerken fascisme 
  • Extreem nationalisme
  • Militarisme
  • Tegen democratie 
  • verheerlijken geweld
  • niet denken maar doen
  • ondergeschikte rol voor vrouwen
  • eén sterke leider

Geen jodenhaat (pas vanaf 1938) 

1936: Mussolini en Hitler werden bondgenoten ( As-mogendheden)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Mussolini en Hitler gaan samenwerken: tegenstand bieden tegen Eng en FR

Slide 20 - Tekstslide

C: nationaalsocialisme in NL

Slide 21 - Tekstslide

Economische crisis in NL jaren '30
  • Bedrijven failliet 

  • Veel armoede 

  • Hoge werkloosheid, tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 22 - Tekstslide


Aanpassingspolitiek
1934




- Niet meer geld uitgeven dan dat er binnen kwam==> bezuinigen 
- Minder geld naar ambtenaren 
- Uitkeringen omlaag ( stempelen + controle)
- Werkverschaffingsprojecten ( voor hogere vergoeding)

Het lukt Colijn niet om crisis te bestrijden. 

Slide 23 - Tekstslide

Steunuitkering


Twee keer per dag stempelen op willekeurige momenten. 
-->  zwartwerken voorkomen.

Slide 24 - Tekstslide


Werkverschaffingsprojecten


Grote projecten die regering organiseerde, waar werklozen verplicht zwaar werk deden in ruil voor een vergoeding. 

Slide 25 - Tekstslide

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 26 - Tekstslide




Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 27 - Tekstslide


...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 28 - Tekstslide

Oprichting extreemrechtse politieke partij: NSB: Nationaalsocialistische Beweging

  • Leider: Anton Mussert 
  • Steunde ideeën Hitler 
  • Wilde NL en Vlaanderen samenvoegen tot één groot NL
  • Eigen knokploeg 
  • Bleef kleine partij door verzuiling
  • Veel democratische partijen, vakbonden en kerken keurden de NSB af. 

Slide 29 - Tekstslide

Video
Histoclips: Crisis in de jaren '30

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video

Leerdoelen: aan het einde van deze paragraaf moet je kunnen herkennen en uitleggen:
-welke stappen nazi-Duitsland zette richting oorlog

-wat een overeenkomst en een verschil was tussen de ideeën van de Italiaanse fascisten en de Duitse nationaalsocialisten

-hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis vanaf 1929 en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB

Slide 32 - Tekstslide