2324 ADO 3 cours 26/27

Cours 26/27
Proposons des solutions

On fait: 
Exo A + B
LDT 66 exo 1,3
CDA 38 exo 1,3

StudyGo -> étape 5 staat klaar














 




1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 7 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cours 26/27
Proposons des solutions

On fait: 
Exo A + B
LDT 66 exo 1,3
CDA 38 exo 1,3

StudyGo -> étape 5 staat klaar














 




Slide 1 - Tekstslide

exo A
Je ziet hier een kort tekstje over drie mensen die iets proberen te verkopen. Vul de juiste woorden in op de stippellijntjes, om er weer goede zinnen van de maken. Let op: er blijft 1 woord over.


abîmés -marque-affaire-cassés-état-achat-occasion-qualité-réparer
Jocelyn : À vendre: vélo d’ ……………….. en très bon ……………..
Clément : Cherche atelier de bricolage gratuit dans la région de
    Nantes, pour apprendre à ……………….. des objects
    ……………….. ou ………………..
Lorie : Tu veux faire une bonne ……………….. ? Je vends 10
    tee-shirts de ……………….., de très bonne
   ……………….., taille M fille. 12 euros.





















































Slide 2 - Tekstslide

exo B
Je ziet hier 6 zinnetjes, waar steeds een woord ontbreekt. Maak de zinnen compleet door de woorden uit de tabel op de juiste plek in te vullen. 1 woord kun je 2x gebruiken.
délice-appétissant-bonne-dégoûtant-horreur-bon
Beurk, du chou-fleur! C’est ……………………….
Miam ! Ce gâteau est un ……………………….
C’est ……………………. Je peux goûter ? Humm, et c’est ……………………!
Elle a l’air ………………………. cette purée !
Les légumes, j’ai ………………………. de ça !
Oh là là ! Le goût est très fort ! C’est très ………………………. 

















































Slide 3 - Tekstslide

vocabulaire LDT 65
les produits...
jetables = wegwerp
durables = duurzaam
d'occasion = tweedehands
(ré)utiliser = (her)gebruiken
acheter =kopen
emprunter = lenen van
prêter = lenen aan
échanger = ruilen
faire réparer = laten repareren

Slide 4 - Tekstslide

grammaire LDT 66
Acties uit het nabije verleden:
venir de + heel ww

Je viens de jeter les déchets = Ik heb net het afval weggegooid

Acties in de nabije toekomst:
aller + heel ww

Je vais jeter les déchets = Ik ga zo het afval weggooien

Slide 5 - Tekstslide

grammaire LDT 66
venir (de):
je viens
tu viens
il/elle/on vient
nous venons
vous venez
ils/elles viennent

aller:
je vais
tu vas
il/elle/on va
nous allons
vous allez
ils/elles vont

Slide 6 - Tekstslide

LDT 66 & CDA 38
LDT 66 - exo 1, 3
1. Wat betekent de titel '3 idées pour ne plus jeter'?
3. Kijk naar de plaatjes: zeg wat er is gebeurd (actie nabije verleden) en stel een oplossing voor (actie nabije toekomst)
CDA 38 - exo 1,3
1. Luister en kruis aan wat je hoort: venir/aller?
3. Maak de zinnen compleet met het ww venir en het hele ww:
a. casser
b. donner
c. mettre
d. trier          e. jeter

Slide 7 - Tekstslide