Oefentoets - Paragraaf 2.2 Nederland multicultureel

Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
Een maatschappij die snel verandert.
Het volgen en nabootsen van het gedrag van een ander.
Instellingen en organisaties die allemaal aan opvoeding doen.
Multiculturele samenleving
Dynamische maatschappij
Imitatie
Socialiserende instituties
1 / 30
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
Een maatschappij die snel verandert.
Het volgen en nabootsen van het gedrag van een ander.
Instellingen en organisaties die allemaal aan opvoeding doen.
Multiculturele samenleving
Dynamische maatschappij
Imitatie
Socialiserende instituties

Slide 1 - Sleepvraag

Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.
Binnenkomende landverhuizers.
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een
diploma hiervoor te halen.
Allochtonen
Immigranten
Inburgerinscontract
Gastarbeiders

Slide 2 - Sleepvraag

Binnenkomende landverhuizers.

A
Multiculturele samenleving
B
Gastarbeiders
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 3 - Quizvraag

De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een
diploma hiervoor te halen.
A
Multiculturele samenleving
B
Inburgeringscontracten
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 4 - Quizvraag

Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.
A
Multiculturele samenleving
B
Gastarbeiders
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 5 - Quizvraag

Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
A
Multiculturele samenleving
B
Gastarbeiders
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 6 - Quizvraag

Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
A
Multiculturele samenleving
B
Gastarbeiders
C
Allochtonen
D
Immigranten

Slide 7 - Quizvraag

Multiculturele samenleving
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Een samenleving met vele verschillende culturen bij elkaar.
C
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een diploma hiervoor te halen.
D
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 8 - Quizvraag

Gastarbeiders
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Binnenkomende landverhuizers.
C
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een diploma hiervoor te halen.
D
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 9 - Quizvraag

Allochtonen
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Binnenkomende landverhuizers.
C
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een diploma hiervoor te halen.
D
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 10 - Quizvraag

Immigranten
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Binnenkomende landverhuizers.
C
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een diploma hiervoor te halen.
D
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 11 - Quizvraag

Inburgeringscontracten
A
Mensen uit het buitenland die in Nederland komen werken.
B
Binnenkomende landverhuizers.
C
De verplichting voor buitenlanders om een cursus Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen en een diploma hiervoor te halen.
D
Mensen met tenminste één niet in Nederland geboren ouder.

Slide 12 - Quizvraag

Marokkanen kwamen en komen veel naar Nederland omdat Marokko een ex-kolonie van Nederland is.

A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Suriname was een kolonie van Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Spanjaarden horen bij de gastarbeiders die we in de jaren 1960-’70 naar Nederland hebben gehaald
omdat wij een tekort aan arbeidskrachten hadden.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Suriname was een kolonie van Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Molukkers horen bij de gastarbeiders die we in de jaren 1960-’70 naar Nederland hebben gehaald
omdat wij een tekort aan arbeidskrachten hadden.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Politieke vluchtelingen komen naar Nederland vooral om economische redenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

In de Nederlandse eetcultuur zie je dat wij veel eetgewoonten van het buitenland hebben overgenomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Turken horen bij de gastarbeiders die we in de jaren 1960-’70 naar Nederland hebben gehaald
omdat wij een tekort aan arbeidskrachten hadden.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Cultuur
A
Een maatschappij die bijna niet verandert.
B
Een maatschappij die snel verandert.
C
Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken.
D
Er wordt onderhandeld over regels. Ouders en kinderen zoeken samen naar een oplossing.

Slide 21 - Quizvraag

Waarden, normen, gewoonten, tradities, gebruiken en aangeleerde kenmerken.
A
immaterieel
B
cultuur
C
materieel
D
dictatuur

Slide 22 - Quizvraag

De cultuur van een land valt onder andere af te lezen aan de bouwstijl van gebouwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Een boek is een cultuuruiting van een land.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

De manier waarop mensen met elkaar omgaan, past bij de cultuur.
A
Juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Dingen die bij een cultuur horen zie je niet terug in waarden en normen van deze cultuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

In een cultuur spreekt men letterlijk/figuurlijk een eigen taal.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

De cultuur van een land valt onder andere af te lezen aan de musea's.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

De cultuur van een land valt niet te lezen aan de beeldhouwwerken.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag