Schaal berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom

- telefoon op stil in de telefoontas

-kauwgom in de prullenbak

- oortjes uit

Op tafel: boek, rekenmachine

Laptop is in je tas

Leerdoelen

Aan het einde van deze les weet je:

- hoe je met een omgekeerde pijlenketting de schaal berekent

- hoe je de schaal bij een tekening of een voorwerp berekent

We herhalen:

- de begrippen schaal en vergrotingsfactor

- hoe je met een vergrotingsfactor rekent

Les 6.3  Schaal berekenen

Wat weet je nog van de vorige les?

Schaal = 1 : 30

.....   

Schaalmodel ----> Werkelijkheid

..... 

Schaalmodel <---- Werkelijkheid

Schaalmodel = 40 cm

Werkelijkheid = .... cm

Schaal = 1 : 45

.....   

Schaalmodel ----> Werkelijkheid

..... 

Schaalmodel <---- Werkelijkheid

Schaalmodel = 10 cm

Werkelijkheid = .... cm

Schaal = 1 : 725

.....   

Schaalmodel ----> Werkelijkheid

..... 

Schaalmodel <---- Werkelijkheid

Schaalmodel = .... cm

Werkelijkheid = 1450 cm

Maten 

Zorg dat alle maten in dezelfde eenheid staan. 

Bijna altijd is dit in centimeters.

Kan Het Dametje Met De CentiMeter Meten?

Aanpak

Voorbeeld

De kast is in de tekening ..... cm hoog.

In werkelijkheid is hij ........ cm hoog.

Tekening   ------> Werkelijkheid

...... cm        x.....          ...... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Voorbeeld 2

De kast is in de tekening ..... cm hoog.

In werkelijkheid is hij ....... cm hoog.

Tekening   -------> Werkelijkheid

....... cm        x........          ....... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Voorbeeld 3

Het huis is in de tekening ... cm hoog.

In werkelijkheid is hij ....... cm hoog.

Tekening    --------> Werkelijkheid

........ cm        x........          ....... cm      

De factor is ........ : ....... = ........

Schaal = ....... : ........

Schaal = 1 : 32
....
Schaalmodel ----> Werkelijkheid

1. x 1
2. : 32
3. x 1/32
4. x 32

Schaal = 1 : 575
....
Schaalmodel <---- Werkelijkheid

1. : 1
2. x 575
3. : 1/575
4. : 575

Schaal = 1 : 20
Schaalmodel = 3 cm
Werkelijkheid = .... cm

1. 3 cm
2. 20 cm
3. 30 cm
4. 60 cm

Schaal = 1 : 10
Schaalmodel = .... cm
Werkelijkheid = 50 cm

1. 500 cm
2. 25 cm
3. 5 cm
4. 0,5 cm

Het huis is in de tekening 10 cm hoog.
In werkelijkheid is hij 800 cm hoog.

Tekening ----> Werkelijkheid
10 cm x..... 800 cm

1. 80
2. 8
3. 88
4. 800

De deur in de tekening is 2 cm hoog.
In werkelijkheid is hij 250 cm hoog.

Tekening ----> Werkelijkheid
2 cm x..... 250 cm

1. 2
2. 2,5
3. 125
4. 10

Tekening ----> Werkelijkheid
25 cm x..... 1000 cm

Factor = .....

1. 1000 : 250 = 5
2. 1000 : 4 = 250
3. 100 : 25 = 4
4. 1000 : 25 = 40

Tekening ----> Werkelijkheid
25 cm x 40 1000 cm
Factor = 40

Schaal = .......

1. 1 : 25
2. 1 : 40
3. 1 : 4
4. 1 : 250

Zelfstandig werken

Ga verder met les 6.3

Klaar? -> Extra oefening 

           op blz. 54