§3.3 Natuurlijke landschapszones op aarde deel 2

§3.3 Natuurlijke landschapszones

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Natuurlijke landschapszones

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Terugblikken
  • Aantekeningen §3.3
  • Quizvragen
  • Aan de slag
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken van opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de paragraaf
  • Welke landschapszones er zijn
  • Wat de kenmerken zijn van deze landschapszones

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik klimaat & vegetatie
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 5 - Tekstslide

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Bespreek met je buur


Welke zone was wel vruchtbaar en waarom was dat ook alweer?
Hoe ziet een Savanne eruit en wat is een kenmerk van de zomer/winter?
Welke misconcepten waren er ook alweer over een woestijn?
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gematigde zone
  • Gebied tussen de subtropische en de boreale zone (tussen de 30 en de 55˚ N.B. en Z.B.).
  • Zeer variërend klimaat
  • Bodems vruchtbaar; humuslaag door bladeren
  • Op de hogere breedte langzame overgang naar naaldbomen
Loofbossen
Verliezen in de herfst hun bladeren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boreale zone
  • Overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten, dus op het noordelijk halfrond.
  • lange, koude winters en korte zomers
  • gem temp in de zomer tussen de 10 en 15 ˚C

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taiga & Podzol
Te koud voor loofbomen, dus naaldbomen --> taiga

Podzolbodems: zure bodem, veel uitspoeling, daardoor geen organisch materiaal mineralen in de bodem

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Podzol
De mineralen klitten samen en vormen een oerbank
Deze ondoordringbare laag zorgt ervoor dat podzol snel drassig kan worden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polaire zone
  • Gebied tussen poolcirkel en polen
  • Gem. Temp warmste maand onder 10 graden
  • Nauwelijks planten
  • Toendra en landijs

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Permafrost
  • Permanent bevroren ondergrond, soms wel tot op 1 km diepte.
  • Zomer bovenste laag ontdooit 
  • Water kan niet zakken, dus ontstaat een moeras

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eventjes oefenen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west en andersom
B
van noord naar zuid en andersom
C
willekeurig
D
van hoog naar laag en andersom

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren, klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De savanne is semi-aride door droge maanden.
Wanneer zijn die droge maanden?
A
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
B
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt
C
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
D
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
A
T. regenwoud is meer open, dat komt door de droge tijd
B
Savanne is meer open, dat komt door de droge tijd
C
T. regenwoud is meer open, dat komt door de natte tijd
D
Savanne is meer open, dat komt door de natte tijd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke landschapszone
behoort de savanne?
A
semi-humide
B
aride
C
tropisch
D
sub-aride

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aride betekent
A
vochtig
B
droog
C
warm
D
koud

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het mediterrane klimaat
komt voor in de ....
A
boreale zone
B
subtropische zone
C
tropische zone
D
gematigde zone

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor de subtropische zone?
A
steppe begroeiing
B
het ligt in de buurt van de evenaar
C
het heeft een droge tijd, vaak in de zomer
D
voldoende neerslag voor landbouw in de zomer

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de gematigde zone is er
A
meer verdamping dan neerslag
B
een evenwicht tussen neerslag en verdamping
C
meer neerslag dan verdamping
D
in irrigatiegebieden voldoende water

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke breedtegraad
ligt de polaire zone ?
A
0 breedtegraad
B
35-40 breedtegraad
C
75+ breedtegraad
D
50 breedtegraad

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Gisteren: opgave 1, 2, 3 en 6
Vandaag: Opgave 4, 5 en 7

Al deze opgaven zijn huiswerk voor donderdag!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies