In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
timer
7:00
Pak je leesboek, schrift, etui en boeken
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§2.3 Opdrachten 4, 5 en 7
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Nakijken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
wat een hooggebergte is
welke hoogtegordels er zijn in de bergen
wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid en inrichting
wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen
Slide 4 - Tekstslide
De Alpen
De Alpen is het grootste berggebied van Europa = hooggebergte -> Mont Blanc 4.810 m
Lage bevolkingsdichtheid. - hoog in de bergen: natuurlandschap - in de dalen: meer ingericht landschap
Slide 5 - Tekstslide
Het dorp Blatten in het Lötschental
Slide 6 - Tekstslide
Inzoomen: het Lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer: een enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.
Elk jaar veel sneeuw. maar: in de zomer smelt meer sneeuw dan er in de winter bij valt -> Gletsjer trekt zich terug
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
B51 Hoogtegordels
Hoogtegordels = zones van plantengroei in een gebergte. Door verschil in temperatuur. Vergelijkbaar met poolgebied: opeenvolgend naaldbossen, toendra en sneeuw/ijs.
Van boven naar onder:
Eeuwige sneeuw
Rotsgordel
Alpenweide:- boomgrens: alleen grassen, kruiden en lage struikjes
Ma 13-01 (gisteren): Par. 2.4 Di 14-01 (vandaag): Par 2.4
Ma 20-01: Leren begrippen
Di 21-01: Begrippentoets van HF 2
Ma 27-01: Oefentoets HF2
Di 28-01: Repetitie HF2
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§2.4 Opdrachten 1, 3, 4
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Nakijken
Slide 13 - Tekstslide
Inzoomen: het Lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer: een enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.
Elk jaar veel sneeuw. maar: in de zomer smelt meer sneeuw dan er in de winter bij valt -> Gletsjer trekt zich terug
Slide 14 - Tekstslide
Inzoomen: het Lötschental
Vroeger: - vee ‘s zomers naar de alpenweiden
Tegenwoordig: - betere bereikbaarheid - toerisme of werk buiten het gebied - andere inrichting van het gebied - Dubbelseizoen: toerisme in de zomer én de winter
Slide 15 - Tekstslide
Reliëf
Reliëf heeft invloed op de temperatuur.
Regel: Hoe hoger, hoe kouder
Per 1000m stijgen = 6 ⁰C kouder
Waardoor komt dit?
Slide 16 - Tekstslide
B52 Hoogteligging en temperatuur
Waardoor geldt: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt?
Stappenplan:
De zon verwarmt de aarde
De zonnestralen geven pas warmte af als ze op het aardoppervlak vallen
Het aardoppervlak warmt op en gaat zelf warmte uitstralen
Deze warmte verwarmt de lucht van onderuit
Dicht bij het aardoppervlak is het daarom het warmst
Conclusie: onderaan een berg is het warmer dan bovenop Regel: Als je 1.000 m tegen een berg op klimt, wordt het 6 ⁰C kouder.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§2.4 Opdrachten 5, 7a, 8
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Opdracht 6 + Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 18 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je/weet je:
wat een hooggebergte is
welke hoogtegordels er zijn in de bergen
wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid en inrichting
wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen
Slide 19 - Tekstslide
timer
7:00
Pak je schrift, etui, boeken en laptop!!
Vandaag lees je: De begrippenlijst (blz. 36/37)
Geen leesboek
Slide 20 - Tekstslide
Vandaag - herhalen begrippen
Nakijken van paragraaf 2.4 - Daarna: lever je werkboek ingevuld in (Werkboek)