In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Programm
Schritt 30 + 31
Thema: Ferien + Grammatik
Wortschatz
Grammatik
alle Aufgaben der Schritten 30 + 31
Slide 1 - Tekstslide
Schritt 30 + 31
Schritt 30 -> Sprechen
Hotels, Ferienwohnungen, AirBnB
Schritt 30
Grammatik-> zinsontleding-> ond. pv. lv
Slide 2 - Tekstslide
Schritt 30
Ziel: Du kannst jemanden empfangen und dafür sorgen, dass er sich wohl fühlt.
Slide 3 - Tekstslide
Um welches Land geht es in diesem Schritt?
Slide 4 - Open vraag
Aufgabe 3 Redemittel S. 100
Slide 5 - Tekstslide
Thema Schritt 30
Reisen, Aufenthalt, Ferien, Krankheit, Schmerzen
Slide 6 - Tekstslide
Schritt 31
Grammatik
Was habt ihr hier gelernt?
Slide 7 - Tekstslide
Onderwerp en lijdend voorwerp
oftewel... de eerste en de vierde naamval
ook bekend als nominativ en akkusativ
Slide 8 - Tekstslide
Welk lidwoord krijgt een mannelijk woord normaal?
Slide 9 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een vrouwelijk woord normaal?
Slide 10 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een onzijdig woord normaal?
Slide 11 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een woord in het meervoud normaal?
Slide 12 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een mannelijk woord normaal?
Slide 13 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een vrouwelijk woord normaal?
Slide 14 - Open vraag
Welk lidwoord krijgt een onzijdig woord normaal?
Slide 15 - Open vraag
Welk lidwoord kun je in het meervoud krijgen?
Slide 16 - Open vraag
dus:
mannelijk: der, ein
vrouwelijk: die, eine
onzijdig: das, ein
meervoud: die, keine/ meine/ deine/ seine (maar niet eine!)
Slide 17 - Tekstslide
Waarom gemakkelijk als het ook moeilijk kan?...
De lidwoorden die je net hebt ingevuld bij mannelijk, gelden alleen als je te maken hebt met het onderwerp. In het lijdend voorwerp verandert dit.
Eerst even oefenen...
Slide 18 - Tekstslide
ow
pv
lv
Ich
kaufe
das Fahrrad meiner Nachbarin.
Slide 19 - Sleepvraag
ow
pv
lv
Onkel Udo
liest
eine Zeitung.
Slide 20 - Sleepvraag
ow
pv
lv
Deine Tante
sucht
ihre Schuhe.
Slide 21 - Sleepvraag
Heb je hem?
Dan terug naar het lidwoord.
Slide 22 - Tekstslide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die
die
der
das
ein
ein
eine
meine
Slide 23 - Sleepvraag
0
Slide 24 - Video
Ich habe (de) ... Zeitschrift (v) gelesen.
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 25 - Quizvraag
Hast du (de) ... Film (m) schon gesehen?
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 26 - Quizvraag
(de) ... Vater von Anja hat heute Geburtstag.
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 27 - Quizvraag
(de) ... Mutter von Anja doch auch?
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 28 - Quizvraag
Mutti, hast du (een)... Kuli (m) für mich?
A
ein
B
eine
C
einen
Slide 29 - Quizvraag
(jouw) ... Hund (m)
A
dein
B
deine
C
sein
D
seine
Slide 30 - Quizvraag
(haar) ... Haus (o)
A
Ihr
B
Ihre
C
ihr
D
ihre
Slide 31 - Quizvraag
(mijn) ... Bruder studiert noch.
Slide 32 - Open vraag
Haben Sie (een) ... Bleistift (m) für das Mädchen?
Slide 33 - Open vraag
Oma bringt der Nachbarin (haar) ... Socken.
Slide 34 - Open vraag
(de) ... Chef ist heute nicht da.
Slide 35 - Open vraag
TIP
Bij vrouwelijk, onzijdig en meervoud hoef je niet eerst te ontleden, want de lidwoorden zijn in het onderwerk (1e naamval) en lijdend voorwerp (4e naamval) hetzelfde.