7.3 De nieren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
Terugblik 7.1 en 7.2
Doelstellingen 7.3
Uitleg
Oefenen of zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat vormt je inwendig milieu?
A
Bloedplasma en weefselvloeistof
B
Weefselvloeistof en lymfe
C
Bloed en Lymfe
D
Bloedplasma en bloed

Slide 3 - Quizvraag

Het gele beenmerg houdt het inwendige milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 4 - Quizvraag

Darmkanaal houdt het inwendige milieu door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 5 - Quizvraag

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 6 - Quizvraag

Welke rol hebben de spieren bij het instant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming

Slide 7 - Quizvraag

Functies van de lever:

De lever kan voedingsstoffen zoals eiwitten omzetten in .....
glucose
gal
ureum
alchol, drug en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ...............  afbreken
de lever breekt overtollige eiwitten af, bij dit proces ontstaat ...........
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glycogeen
fibrogeen

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe wordt hepatitis niet overgedragen?
A
Sperma
B
Vaginaal Vocht
C
Speeksel
D
Bloed

Slide 9 - Quizvraag

Doelstellingen 7.3 de nieren
  1. Je kunt de delen van de nieren noemen met hun functies en kenmerken
  2. Je kunt de delen van de urinewegen noemen met hun functies en kenmerken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het bloed stroomt naar de nieren toe door de ...
A
nierslagader
B
poortader
C
nierader

Slide 16 - Quizvraag

In welke delen wordt de urine gevormd?
A
nierbekken en nierschors
B
niermerg en nierschors
C
nierbekken, niermerg en nierschors
D
of alleen de nierschors

Slide 17 - Quizvraag

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 18 - Sleepvraag

Als je veel hebt gedronken, maken de nieren... urine aan
A
veel
B
weinig

Slide 19 - Quizvraag

Als je al een tijdje dorst hebt, is de urine ... van kleur
A
licht
B
donker

Slide 20 - Quizvraag

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 21 - Sleepvraag

Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam. 
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde. 
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan. 
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier

Slide 22 - Sleepvraag