Extra rekenen aan combinatieschakelingen

Electriciteit
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Electriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je leert berekeningen maken in een gemengde schakeling.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bereken je de weerstand in een serieschakeling?

  • Rtot=R1+R2+R3+...

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bereken je de weerstand in een parallelschakeling?
Rv1=R11+R21+R31+....

Slide 4 - Tekstslide

Gemengde schakelingen
Gemengde schakelingen zijn gecombineerde schakelingen van serie - en parallel schakelingen

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1
Bereken de vervangingsweerstand

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1a

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3
Volgorde berekeningen:
1. R1,2
2. R1,2,3
3. R5,6,7
4. Rt
5. It
6. I4
7. U4

Kijk ook op de volgende pagina voor de volgorde van berekeningen

Slide 8 - Tekstslide

Volgorde berekeningen opdr 3
1
2
3
4

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3
1
2

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3
3
4

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking opdracht  3
5

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3 
6

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de totale weerstand (vervangings- weerstand) van de schakeling

Slide 14 - Tekstslide

Bereken vervangingsweerstand 

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de vervangingsweerstand

Slide 16 - Tekstslide

Gegeven is onderstaande schakeling. R1=R2=R3 = 50Ω en     R5=R6 = 25Ω. De spanning is 230V en It = 2,0A. Bereken R4

Slide 17 - Tekstslide

Gegeven is onderstaande schakeling. R1=R2=R3=50Ω en R5=R6=25Ω. De spanning is 230V en It = 2,0A. 
Bereken de stroom door R2

Slide 18 - Tekstslide

Een wasmachine met een vermogen van 2200 W heeft 45,0 minuten nodig voor een wasbeurt. Bereken de elektrische energie in kWh en in J die de machine dan gebruikt. 

Slide 19 - Tekstslide

Een weerstand van 12 Ω is aangesloten op een batterij van 9,0 V.
Bereken het vermogen

Slide 20 - Tekstslide

Je sluit een föhn van 420,0 W aan op het stopcontact.
Bereken de weerstand van de föhn.

Slide 21 - Tekstslide

Je sluit een boormachine van 430 W aan op het stopcontact.
Bereken de weerstand van de boormachine.


Slide 22 - Tekstslide

Een klein ledlampje brandt op een oplaadbare batterij van 1,50 V. Er loopt dan een stroom van 0,10 A. Bereken de energie die er per uur nodig is om het lampje te laten branden. 

Slide 23 - Tekstslide

Hiernaast zie je een schakeling van drie lampjes. Het is een combinatie van serie en parallel.

  • Bereken de stroomsterkte van L1 
  • P = U ∙ I       18 / 12 = 1,5A
  • Bereken de stroomsterkte van L2
  • P = U ∙ I        6 / 12 =  0,5A
  • Bereken de stroomsterkte van L3
  • I1 + I2 = I3     1,5 + 0,5 = 2,0A
  • De voltmeter over lampje 3 geeft 6,0 V aan.  
  • Bereken het vermogen van L3
  • P = U ∙ I        6,0 ∙ 2,0 =  12,0W
  • Bereken de spanning van de batterij is
  • Ubron =  U1 + U2   12 + 6 = 18,0V

Slide 24 - Tekstslide

Bij 120km/h is het vermogen van de auto 35 kW. Kijk in tabel 28B naar de stookwaarde van gasolie. Let op dit staat in m dus het is  ∙ 10⁶! Het rendement is 30%. Bereken hoeveel km de auto met 1 liter kan rijden.

Slide 25 - Tekstslide

Een elektrische grasmaaier werkt met een accu van 14,4 V. De accu levert een stroom van 3,20 A. Bereken het vermogen.
gegeven
gevraagd
uitwerking 

Slide 26 - Tekstslide

Door een weerstand van 12,0 Ω loopt een stroom van 1,30 A. Bereken de spanning over de weerstand. 
gegeven
gevraagd
uitwerking

Slide 27 - Tekstslide

Een elektrische auto heeft een motor van 72 kW. De accu's leveren 160 V. Bereken de stroomsterkte die de accu's leveren.
 

Slide 28 - Tekstslide

Een AA-batterij kan maximaal 13,5 kJ energie leveren. Ik wil hem gebruiken voor een zaklampje. Dat zaklampje moet 42 uur kunnen branden. Bereken hoe groot het vermogen (in W) in van het lampje mag zijn. 

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Bestudeer § 1 t/m 3

Slide 30 - Tekstslide