Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Frankrijk werd geregeerd door een absoluut koning / had een sterk centraal gezag, waardoor de koning zonder overleg hervormingen kon doorvoeren / waardoor hervormingen (die hij belangrijk vond) meteen werden doorgevoerd 2p
• In de Republiek werden besluiten over het leger genomen met instemming van alle gewesten, waardoor het nemen van besluiten over hervormingen lang duurde / er vaak compromissen moesten worden gesloten (wat hervormingen belemmerde) 2p