Reshoring

Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en
Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt
Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in.
2p 1 Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie
van Vietnam blijkt. 
Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en
Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt
Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in.
Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie
van Vietnam blijkt. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en
Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt
Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in.
2p 1 Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie
van Vietnam blijkt. 
Na de dekolonisatie behoorden Burkina Faso en
Vietnam beide tot de groep van perifere landen. Tegenwoordig neemt
Vietnam in het wereldsysteem een andere positie in.
Geef met twee voorbeelden uit bron 2 aan waaruit deze andere positie
van Vietnam blijkt. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Offshoring vs reshoring
2 mogelijkheden:
-Outsourcing
-In-house

Slide 7 - Tekstslide

Offshoring vs reshoring

Slide 8 - Tekstslide

Reshoring
-Veranderingen in de markt: Klanten vragen bijvoorbeeld vaker om maatwerk, hoge kwaliteit en kortere levertijden.
-Veranderingen in productieprocessen: Er worden nieuwe eisen aan het productieproces gesteld, bijvoorbeeld als gevolg van snelle innovatieprocessen en de aandacht voor volledige kwaliteitsbeheersing (geen fouten maken).
-Inzicht in kosten: De totale kosten van produceren in lagelonenlanden vallen soms hoger uit dan verwacht. De loonkosten stijgen ook daar (met name in China) , de faal- en transportkosten zijn hoger dan in Nederland en er zijn diverse ‘verborgen’ kosten.
-Kenmerken van het productieland: Produceren in lagelonenlanden kan complexer zijn dan in Nederland. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van taal-en cultuurverschillen en problemen om het intellectueel eigendom te beschermen.

Slide 9 - Tekstslide

Slowbalisering?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

 (a) in-house reshoring, (b) reshoring for
outsourcing, (c) reshoring for insourcing and (d) outsourced reshoring. Figure 2.2 illustrates
the four reshoring cases. The first case, (a) In-house reshoring, comprises companies relocating
their manufacturing from wholly owned offshored facilities back to wholly owned facilities in
home country. (b) Reshoring for outsourcing include the companies moving their
manufacturing from wholly owned offshored facilities as they let suppliers in the home country
take over the manufacturing. (c) Reshoring for insourcing is the opposite to (b) reshoring for
outsourcing meaning that manufacturing from offshored suppliers are brought back to wholly
owned facilities. Finally, (d) outsourced reshoring is instead the activity when the company
moves back its manufacturing from foreign suppliers to suppliers working in the home country
(Gray et al., 2013).

Slide 12 - Tekstslide