BT: zinsstructuren/verba
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Flore om 23u gaat slapen.
A
juist
B
fout
Slide 2 - Quizvraag
Om 23u Flore gaat slapen.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Hoe laat Flore gaat slapen?
A
juist
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Om 12.30u ik eet.
A
juist
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Na het eten ik kijk naar TV.
A
juist
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer kijkt Loic naar TV?
A
juist
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Ik doe boodschappen op zaterdag.
A
juist
B
niet juist
Slide 8 - Quizvraag
Zij graag gaat op café.
A
juist
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Lina poetst veel graag.
A
juist
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
José haat van strijken.
A
juist
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Om 8u brengt zij haar kinderen naar school.
A
juist
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
Zij haalt haar kinderen van school om 15.30u.
A
juist
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel hebt u kinderen, Mevrouw?
A
juist
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
De les begint van 8.45u tot 12.15u.
A
juist
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Ik drink omdat ik de hele dag dorst hebben.
A
juist
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
Hij eet een koekje omdat hij honger hebt.
A
juist
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
Zij stuurt een sms omdat zij te laat komt.
A
juist
B
fout
Slide 19 - Quizvraag
Ik ben blij omdat heb ik vakantie.
A
juist
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Hij leert Nederlands omdat hij met de lerares van zijn kinderen wil spreek.
A
juist
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Noteer 3 verba: rituelen op een dag.
Slide 23 - Open vraag
Noteer een correcte zin met inversie:
op restaurant - Elke zaterdag - wij - gaan -
op restaurant - Elke zaterdag - wij - gaan -
Slide 24 - Open vraag
Noteer een correcte zin:
huiswerk - Mijn dochter - niet graag (maken)
huiswerk - Mijn dochter - niet graag (maken)
