Toen in het vroege najaar van 1638 in Parijs de kleine Lodewijk werd geboren, stonden er maar liefst twee volborstige minnen (vrouwen die baby's aan de borst melk geven) voor hem klaar. De zuigeling was de eerstgeborene van de Franse koning, de door God gegevene, de kroonprins. Het beste was dus niet goed genoeg voor hem; het was zijn geboorterecht om te kunnen beschikken over op z'n minst vier borsten.
Twee jaar en twee weken later achtte het hof één min ruim voldoende voor Lodewijks net geboren broer Philippe. Hij was immers de nummer twee, de concurrent van de troonopvolger, het kleine broertje. Om hem te onderscheiden van zijn grote broer Lodewijk, die in een stoer ridderpakje over de rand van de wieg stond te kijken, besloot men de kleine Philippe te laten opgroeien en fille, als meisje. Philippe droeg de rest van zijn leven jurken, terwijl zijn moeder hem 'Mijn kleine meisje' noemde.