Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak.
Zorg dat je op tafel hebt liggen: - Pen;
-Rekenmachine;
- Schrift;
- Boek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak.
Zorg dat je op tafel hebt liggen: - Pen;
-Rekenmachine;
- Schrift;
- Boek
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Wat kun je deze deeltaak verwachten?
Doelen van deze les
Uitleg paragraaf 3.1
10 minuten in stilte aan het werk
Bespreken vraag van de week
Aan het werk (keuze)
Afronding van deze les
Slide 2 - Tekstslide
Wat kun je deze deeltaak verwachten?
Maken we de opdrachten van hoofdstuk 3. Je hebt in de toetsweek een toets over hoofdstuk 1 t/m 3.
DT1: Hoofdstuk 1
DT2: Hoofdstuk 2
DT3: Hoofdstuk 3
Slide 3 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je kent het verschil tussen directe ruil en indirecte ruil.
Je kent de vormen van geld: giraal en chartaal.
Je kent de drie functies van geld en kunt deze toelichten.
Je kent de voor- en nadelen van de verschillende betaalmethoden.
Je weet wat we bedoelen met debet- en creditsaldo en je kunt hiermee rekenen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De drie functies van geld.
Slide 7 - Tekstslide
Functie 1: Ruilmiddel
Slide 8 - Tekstslide
Functie 2: Rekenmiddel
Slide 9 - Tekstslide
Functie 3: Spaarmiddel
Slide 10 - Tekstslide
Hoe is geld ontstaan?
Slide 11 - Tekstslide
Giraal geld digitaal geld
Chartaal geld contant geld
Slide 12 - Tekstslide
Digitale manieren om te betalen.
Nieuwe digitale methoden via je smartphone en -watch.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Debet
Je saldo is negatief (rood staan)
Credit
Je saldo is positief.
Slide 16 - Tekstslide
Debet (-) en credit (+)
Het saldo op de rekening van Rick is 230 euro debet. Hij ontvangt hierna 250 euro loon en koopt een ijsje van 5 euro. Zijn moeder maakt 50 euro kleedgeld over. Hiervan koopt hij nieuwe sneakers (65 euro). Na een bezoekje aan oma krijgt hij van haar 20 euro. Dit stort hij direct op zijn bankrekening.
Bereken het nieuwe saldo van Rick en is dit debet of credit?
Slide 17 - Tekstslide
Bereken zijn nieuwe saldo in euro + geef aan of dit debet of credit is.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Aan het werk
De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen.
Begin met het maken van vraag 11, deze gaan we zo bespreken.
Daarna maken, par 3.1: 2 t/m 4 en 6 t/m 13
timer
10:00
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Keuzewerk
Je kunt aan de slag met de volgende keuzes:
Huiswerk maken: Par 3.1: 2 t/m 4 en 6 t/m 13
Oefenen Quizlet
Maken eigen samenvatting
Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00
H1 en H2 af? Kom aftekenen.
Slide 23 - Tekstslide
Afronding van deze les
Je kent het verschil tussen directe ruil en indirecte ruil.
Je kent de vormen van geld: giraal en chartaal.
Je kent de drie functies van geld en kunt deze toelichten.
Je kent de voor- en nadelen van de verschillende betaalmethoden.
Je weet wat we bedoelen met debet- en creditsaldo en je kunt hiermee rekenen.