Börek

• Koken
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1,2

Börek

• Telefoon in de bak.
  
• Zitten aan tafel.
  
• Tas naast je stoel.
  
• Wachten tot de docent begint.

Hoe verloopt de les?

1. Uitleg
2. Koken
3. Eten.
4. Schoonmaken.
5. Bonus-opdracht doen op de Chromebook.
6. Video over eieren.

Je gaat tijdens de les niet zitten zonder toestemming!

Wat als je je niet aan de afspraken houdt?

• 1e streepje > waarschuwing.
• 2e streepje > Klassenregels overschrijven.
• 3e streepje > nakomen in je eigen tijd. 

Weet je de afspraken nog?

Teamwork: we helpen elkaar.

Veiligheid, voor jezelf en anderen.

Respect voor elkaar en voor de docent.

Goed opletten tijdens de uitleg en stil zijn. 

Vragen

• Er komt een vraag.
• Denk er voor jezelf over na (10 seconden)
• Daarna wijs ik iemand aan om de vraag te beantwoorden.
• We luisteren naar elkaar.

Wat zijn voedingsstoffen ook alweer?

En voedingsmiddelen?

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen

Voedingsmiddelen: 

Alles wat je eet en drinkt.

Voedingsstoffen: 

De stoffen die in voeding zitten en die ons lichaam nodig heeft om gezond te blijven.

Waarom hebben we eigenlijk voedingsstoffen nodig?

2 functies voedingsstoffen

Brandstof: om het lichaam energie te geven.

Bouwstof: om het lichaam op te bouwen.

Soorten voedingsstoffen

1. Eiwitten
2. Koolhydraten 
3. Vetten

Wat is Börek?

Uit welk land komt Börek?

Börek

• Mediterraans gerecht met filodeeg.
• Het is gevuld. Vaak met spinazie en feta.
• Kanpperig.
• Vaak met sesamzaadjes.

Groepjes voor zometeen...

• Je mag kiezen met wie je samenwerkt.
• Groepjes van 2.
• Kies iemand waarmee je goed kunt samenwerken. Het is de bedoeling dat je allebei evenveel doet.

Naar de keuken!

1. Schort aandoen.
2. Haren vast (als je lang haar hebt) en handen wassen.
3. Bij de instructiebank komen staan.

Meester doet voor.

Kijk en luister goed mee. 

Dan kun je daarna zelf aan de slag.

Stappenplan

1. Recept volgen. Tip: kruis aan als je een stap hebt gedaan.
2. Eten (eerst vragen).
3. Schoonmaken.
4. Bonus-opdracht.

Schoonmaaktaken

1. Bank schoon.
   
2. Afwas gedaan en opgeruimd.
   
3.  Gootsteen leeg.
   
4.  Afvalemmer leeg en schoon.
   
5.  Doekje over de bank waar de snijplanken staan.
   
6.  Plaat met materiaal op fornuis.

Klaar? Bonusopdracht