H2 Formatieve toets
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb 3 stoffen, Water, alcohol en terpentine. Wat moet ik doen om ze te onderscheiden
A
kijken naar de kleur
B
eraan ruiken
C
proeven
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een logische plek om ammonia te bewaren?
A
Medicijnkastje
B
voorraadkast
C
keukenkastje
D
in de broodmand
Slide 3 - Quizvraag
Welke van deze eigenschappen is geen stofeigenschap?
A
geur
B
kleur
C
smaak
D
massa
Slide 4 - Quizvraag
Leg uit hoe je veilig aan een stof kunt ruiken
Slide 5 - Open vraag
Wat betekend het symbool op de achtergrond?
A
Pas op vuur!
B
niet mengen
C
giftig
D
licht ontvlambaar
Slide 6 - Quizvraag
Massa geeft aan hoeveel ruimte een stof inneemt
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Volume gebruik ik vaak bij vloeistoffen
A
Waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
1 L is hetzelfde als
A
1000 mL
B
100 mL
C
100 dL
D
1000 dL
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb een blokje van 3 cm bij 2 cm bij 1 cm. Wat is het volume van dit blokje?
A
5 cm3
B
1cm 3
C
6 cm3
D
12 cm3
Slide 10 - Quizvraag
Hoe bereken ik de volume van een voorwerp als ik onregelmatig gevormd is?
Slide 11 - Open vraag
Wat is de formule voor dichtheid?
A
volume / massa
B
massa * volume
C
massa / volume
D
kan je niet weten
Slide 12 - Quizvraag
Een stof heeft een massa van 5,2 gram en een volume 2cm3. Bereken de dichtheid
A
2,6 g/cm3
B
10,4 g/cm3
C
7,2 g/cm3
Slide 13 - Quizvraag
Benzine heeft een dichtheid 0,7 g/cm3 en water heeft een dichtheid van 1,0 g/cm3. Zinkt benzine in water of blijft het drijven
A
zinken
B
drijven
