2.2 De waarde van geld

2. De rol van geld
2.2 De waarde van geld
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. De rol van geld
2.2 De waarde van geld

Slide 1 - Tekstslide

2.2 De waarde van geld
  • Ik kan voorbeelden van geld onderverdelen in chartaal en giraal geld.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen de extrinsieke en intrinsieke waarde van geld.
  • Ik kan echt geld van vals geld onderscheiden.

Slide 2 - Tekstslide

betaalmiddelen?

Slide 3 - Woordweb

Betaalmiddelen:

- munten, bankbiljetten
- pinpas
- creditcard
- acceptgiro 
- overschrijvingskaart
- internetbankieren
- mobiel bankieren

Slide 4 - Tekstslide

2.2 De waarde van geld
Twee soorten geld
De maatschappelijke geldhoeveelheid is het geld in handen van gezinnen, bedrijven en overheid:
  • giraal geld (tegoeden op betaalrekeningen, die direct opgenomen kunnen worden) 
  • chartaal geld (munten en bankbiljetten)
  • geld in de kas van banken valt niet onder de maatschappelijk geldhoeveelheid

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ik betaal € 50 contactloos.
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 7 - Quizvraag

Ik werp € 2 in een drankautomaat.
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 8 - Quizvraag

Geld op mijn spaarrekening is giraal geld.
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Voor mijn verjaardag krijg ik een biljet van € 50. Ik ga naar de bank en zet dit geld op mijn betaalrekening.
A
Mijn hoeveelheid chartaal geld daalt & mijn hoeveelheid giraal geld daalt
B
Mijn hoeveelheid chartaal geld stijgt & mijn hoeveelheid giraal geld daalt
C
Mijn hoeveelheid chartaal geld stijgt & mijn hoeveelheid giraal geld stijgt
D
Mijn hoeveelheid chartaal geld daalt & mijn hoeveelheid giraal geld stijgt

Slide 10 - Quizvraag

Welk geld hoort niet bij de maatschappelijke geldhoeveelheid?
A
munten in de kassa van een winkel
B
bankbiljetten in de spaarpot van gezinnen
C
bankbiljetten in een geldautomaat
D
munten in een parkeerautomaat

Slide 11 - Quizvraag

2.2 De waarde van geld
Opdracht 12 (hoeveel procent van...)

Slide 12 - Tekstslide

2.2 De waarde van geld
Opdrachten
  • opdracht 11
  • opdracht 12
  • opdracht 13 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Waarde van geld
  • Nominale / extrinsieke waarde:
     de waarde die op het geld staat.
  • Intrinsieke waarde: 
     de materiaalwaarde van het geld.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Echt geld of vals??
Betalen met vasl geld is strafbaar!!

Hoe herken je vals geld?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Watermerk

Slide 18 - Tekstslide

Hologram

Slide 19 - Tekstslide

Veilgheidsdraad

Slide 20 - Tekstslide

2.2 De waarde van geld
Huiswerk
  • opdracht 14
  • opdracht 15
  • opdracht 17
  • opdracht 19
  • opdracht 20
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

2.2 De waarde van geld
  • Ik kan voorbeelden van geld onderverdelen in chartaal en giraal geld.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen de extrinsieke en intrinsieke waarde van geld.
  • Ik kan echt geld van vals geld onderscheiden.

Slide 22 - Tekstslide