In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
lezen H4+5 3G
Slide 1 - Tekstslide
reclame
Slide 2 - Woordweb
Wat is het tekstdoel van reclame?
A
amuseren
B
activeren
C
overtuigen
D
informeren
Slide 3 - Quizvraag
Kan reclame meerdere tekstdoelen hebben?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Hoe noem je de manier waarop tekst en plaatjes in een reclame worden geplaatst?
A
bladspiegel
B
tekst
C
lay-out
D
advertorial
Slide 6 - Quizvraag
Wat is ideële reclame?
A
jouw eigen ideeën weergeven
B
Zonder winstoogmerk
C
voor een goed doel
D
om winst te maken
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is dit voor reclame?
A
commercieel
B
ideëel
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is dit voor reclame?
A
commercieel
B
ideëel
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is dit voor reclame?
A
commercieel
B
ideëel
Slide 13 - Quizvraag
meerkeuzevragen
Slide 14 - Woordweb
betrouwbare informatie van internet
Vier belangrijke soorten websites zijn:
informatieve website: gericht op het delen van informatie over een bepaald onderwerp; vaak van een overheidsinstantie of van een instelling die deskundig is op een bepaald terrein;
nieuwssite: bevat artikelen met nieuws over verschillende onderwerpen;
blog: gericht op persoonlijke zaken of zaken die de blogger interessant vindt;
verkoopsite: gericht op de verkoop van producten, vaak webshops.
Slide 15 - Tekstslide
Is deze site betrouwbaar?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat doet Enzo Knol?
A
nieuws schrijven
B
informatie geven over veel onderwerpen
C
bloggen en vloggen
Slide 18 - Quizvraag
geleide samenvatting
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Je mag details aan een samenvatting toevoegen
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Je kunt beter te veel dan te weinig woorden gebruiken
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Een samenvatting schrijf je in je eigen woorden, het is geen verzameling zinnetjes uit de originele tekst
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
In een samenvatting gebruik je voorbeelden.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Van de punten in de geleidingsopdracht moet je eerst vragen maken.