If this, then that: Oefenen met de First Conditional

If this, then that: Oefenen met de First Conditional
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

If this, then that: Oefenen met de First Conditional

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de first conditional toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het doel van de les uit aan de leerlingen.
Wat weet je al over conditionals?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn conditionals?
Conditionals zijn zinnen waarin een oorzaak en gevolg worden beschreven. De first conditional beschrijft een mogelijke uitkomst in de toekomst wanneer een bepaalde voorwaarde wordt vervuld.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over conditionals en leg specifiek de first conditional uit.
Structuur van de first conditional
If + voorwaarde (present simple), then + gevolg (will + werkwoord).

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de structuur van de first conditional op het bord en laat de leerlingen deze opschrijven in hun notities.
Voorbeelden van de first conditional
If it rains, I will stay home. If I have time, I will go for a walk.

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van de first conditional en vraag de leerlingen om deze voorbeelden in hun eigen woorden te herhalen.
Oefening 1
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I study hard,

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Oefening 2
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If it snows tomorrow,

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Oefening 3
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I win the lottery,

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een gevolg bedenken voor de gegeven voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Oefening 4
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I (play) football tomorrow,

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Oefening 5
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If it (not/rain) tomorrow,

Slide 11 - Tekstslide

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Oefening 6
Maak een first conditional met de volgende voorwaarde: If I (not/have) any plans this weekend,

Slide 12 - Tekstslide

Laat de leerlingen de juiste vorm van het werkwoord invullen in de voorwaarde. Laat ze hun zin opschrijven en eventueel delen met de klas.
Samenvatting
De first conditional beschrijft een mogelijke uitkomst in de toekomst wanneer een bepaalde voorwaarde wordt vervuld. Bij sommige werkwoorden wordt de present simple in de voorwaarde vervangen door de present continuous.

Slide 13 - Tekstslide

Vat de les samen en geef de leerlingen de kans om nog vragen te stellen.
First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

First conditional:
I ... (stay) home, if it ... (rain).
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - rain

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security
A
don't listen/will call
B
didn't listen/ will call
C
doesn't listen/will call
D
doesn't listen/ won't call

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een first conditional maken en weet wanneer ik hem moet gebruiken.
010

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security
A
don't listen/will call
B
didn't listen/ will call
C
doesn't listen/will call
D
doesn't listen/ won't call

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

first conditional:
If you ___ (to prepare) properly, you ___ (to pass) the test.
A
had prepared - pass
B
prepare - will pass
C
will prepare - passed

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FIRST CONDITIONAL: Complete the sentence.

I hate getting wet! If it rains, I ... outside.
A
will go
B
won't go
C
going
D
goes

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

First conditional:
If we ..... (eat) all this cake, we ..... (feel) sick.
A
Eat / 'll feel
B
Eaten / 'll feel
C
Eat / will feel
D
Eaten / will feel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies