H2_ lezen, les 3, tekstverbanden en signaalwoorden

Socialiseren
nodig: les boek, schrift, pen
leesboek 
timer
5:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Socialiseren
nodig: les boek, schrift, pen
leesboek 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

deze les
  • 10 min. Zs lezen/Nieuws
  • lesdoelen/ herhaling 
  • Korte uitleg = filmpje
  • een paar vragen...
  • Proeftoets maken
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 6 - Woordweb

Welke tekstverbanden ken jij?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 1/2
  • Tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen,..
  • Voorbeeld:           denk aan, zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, ..
  • Opsomming:       ten eerste, ten tweede, ook , en, opsommingstekens, ...
  • Oorzaak-gevolg doordat, waardoor, want, daardoor, ..
  • Tijdsvolgorde      eerst, daarna, nu, vroeger, morgen, nadat, vervolgens, ..

Slide 9 - Tekstslide

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden
 2/2
Doel-middel   om te, daarmee, waarmee, door middel van, ...
Voorwaarde    tenzij, mits, als, onder de voorwaarde dat, ...
Mening             ik vind, volgens mij, mijns inziens
Argument        want, namelijk, omdat, ...
Conclusie        kortom, concluderend, dus, samengevat, al met al, vandaar, ..

Slide 10 - Tekstslide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 11 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 12 - Open vraag

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 13 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 14 - Open vraag

Verband: conclusie
Signaalwoorden: dus, kortom

Het is dus niet zo moeilijk om een voldoende voor de toets te halen als je leert.

Slide 15 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

Kortom, we hebben best lang vakantie.

Slide 16 - Open vraag

Verband: oorzaak - gevolg
Signaalwoorden: doordat, hierdoor, met als gevolg

De trein was vertraagd. Hierdoor kwam ze te laat.


Slide 17 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft oorzaak-gevolg aan?

De straat is ondergelopen doordat het hard geregend heeft.

Slide 18 - Open vraag

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Slide 19 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Slide 20 - Open vraag

Verband: reden
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Ik vind dat we een huiswerkvrije school moeten krijgen, want dan hoef je thuis niets meer voor school te doen.

Slide 21 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.

Slide 22 - Open vraag

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde

Slide 23 - Quizvraag

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 24 - Quizvraag

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Oorzaak-gevolg
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Conclusie

Slide 25 - Quizvraag

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 26 - Quizvraag

Ik vind, volgens mij en mijns inziens zijn signaalwoorden voor een ....
A
Argument
B
Conclusie
C
Mening
D
Oorzaak-gevolg

Slide 27 - Quizvraag

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 28 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord kun je een conclusie herkennen?

Slide 29 - Open vraag

Zelf aan het werk
Wat
- Nakijken, Hoofdstuk 2,  Lezen, 
- Maak de oefentoets
Hoe
1e- 10 minuten=alleen, in stilte
2e-10 minuten=fluisteren met buur toegestaan
Hulp
vraag /hand opsteken 
Tijd
20 minuten 
5 minuten = samen nakijken oefentoets
Klaar
lekker  lezen/ander vak of pak een puzzel
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Dat was het!
Tot de volgende keer :-)

Slide 31 - Tekstslide

Nakijken opdrachten Hoofdstuk 2
Maken: Oefentoets hoofdstuk 2.
10 min. alleen in stilte 
10 min. overleg buurman/vrouw (fluisteren)

Klaar?
-  lekker lezen
- ander vak


timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video