les 4 thema 3 km2a (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.   (8 vragen..)
Verder met de uitleg leerdoelen deze week.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 


Slide 2 - Tekstslide


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 3 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 4 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de onderste holle ader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de longslagader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 7 - Quizvraag

Bloed dat vanuit het lichaam naar het hart toe stroomt is..
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk

Slide 8 - Quizvraag

Bloed dat vanuit het hart naar de longen toe stroomt is..
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk

Slide 9 - Quizvraag

Bloed dat vanuit de longen naar het hart toe stroomt is..
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk

Slide 10 - Quizvraag

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.


Vandaag de laatste twee

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het hart aan de buitenkant 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het hart aan de binnenkant

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Begin en eindpunt?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. 
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B2 en B3 van thema 3.
-Te maken: thema 3 basisstof 2 (3.2) en 3 (3.3 eerste deel)
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
De laatste 4 minuten doen we nog 4 vragen via lessonup. Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting.

Samenvatten van deze les door 4 lessonup vragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 22 - Quizvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 23 - Quizvraag

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 24 - Quizvraag

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 25 - Quizvraag

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 26 - Tekstslide