Regeling

Thema 5
Neem je boeken voor
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 5
Neem je boeken voor

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Herhaling vorige les
- Uitleg basisstof 3 van thema 5
- Controle huiswerkopdrachten (t/m opdr. 13)
- Maken opdrachten basisstof 3
- Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwen
  • Om een zenuw ligt bindweefsel ter bescherming
  • Gevoelszenuw:  uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuw: uitlopers van beweginszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen (komt het meeste voor) 

Slide 4 - Tekstslide

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel
B7 De hypofyse en de schildklier
B8 De eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat het ruggenmerg is en welke kenmerken het heeft
- Je kunt uitleggen wat de witte stof en grijze stof is
- Je kunt zenuwen bij het ruggenmerg benoemen/herkennen
- Je kunt zenuwcellen op de juiste plek in het ruggenmerg aangeven

Slide 6 - Tekstslide

Ruggenmerg
Verbind zenuwen met de hersenen

Ligt in het wervelkanaal: Begint bij hersenstam, eindigt bij de lendenwervels

Slide 7 - Tekstslide

Ruggenmerg

Tussen twee wervels aan elke kant een zenuw

Slide 8 - Tekstslide

Grijze en witte stof
- Grijze stof: midden
- Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

- Witte stof: Zijkant
- Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Slide 9 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
In de les:
Maken t/m opdracht 20 (blz. 14 t/m 17)
Overleggen mag (zachte stem / fluister)

Klaar? Kijk na met nakijkboek 
Gedaan? Je mag iets voor jezelf doen

Slide 11 - Tekstslide

Waar ligt de grijze stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 12 - Quizvraag

Grijze stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 13 - Quizvraag

Waar ligt de witte stof in het ruggenmerg?
A
In het midden
B
Aan de zijkant

Slide 14 - Quizvraag

Witte stof bestaat uit:
A
Uitlopers
B
Schakelcellen en cellichamen bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen bewegingscellen

Slide 15 - Quizvraag

Een gevoelszenuw komt het ruggenmerg binnen via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 16 - Quizvraag

Een bewegingszenuw verlaat het ruggenmerg via de:
A
Rugzijde
B
Buikzijde

Slide 17 - Quizvraag

Einde van de les
Ruim je spullen op, je mag iets voor jezelf doen. 
Blijf op je plaats zitten tot de bel gaat. 

Huiswerk vrijdag: t/m opdracht 20

Slide 18 - Tekstslide

Thema 5 Regeling
Neem je boeken voor

Slide 19 - Tekstslide

Deze les
- Herhaling vorige les
- Uitleg basisstof 4 van thema 5
- Maken opdrachten basisstof 4
- Quiz

Slide 20 - Tekstslide

Zenuwcellen in ruggenmerg

Slide 21 - Tekstslide

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel
B7 De hypofyse en de schildklier
B8 De eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat de functie van de hersenstam is
- Je kunt uitleggen hoe de witte stof en grijze stof verdeeld zijn in de hersenen
- Je kunt uitleggen wat de grote hersenen doen en benoemen wat de bewegingscentra en gevoelscentra doen
- Je kunt uitleggen wat de kleine hersenen doen


Slide 23 - Tekstslide

De Hersenen
De hersenen bestaan uit: de hersenstam,
de grote hersenen en de kleine hersenen

De hersenstam ligt in het verlengde van het
ruggenmerg.

Slide 24 - Tekstslide

Grote hersenen
Waarnemingen worden verwerkt 

Gevoelscentra

Bewegingscentra

Slide 25 - Tekstslide

Kleine hersenen

Regelen:
Coördinatie van bewegingen
Evenwicht

Slide 26 - Tekstslide

Hersenstam

Hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur
en
geleidt impulsen naar en vanaf de hersenen

Slide 27 - Tekstslide

Grijze en witte stof

Grijs (= de schors): Schakelcellen

Wit (= het merg):
 Uitlopers van schakelcellen

Slide 28 - Tekstslide

Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.

Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren. 

Slide 29 - Tekstslide

Drugs
  • Verdovende drugs
    Werken kalmerend en ontspannend. Maken je rustig, verminderen angst. 
  • Stimulerende drugs
    Zorgen voor meer energie en alertheid. Geven zelfvertrouwen.
  • Waarneming veranderende drugs
    Wereld ziet er anders uit. Waarneming en stemming verandert. 

                                          

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Aan de slag
In de les:
Maken t/m opdracht 29 (blz. 18 t/m 23)
Overleggen mag (zachte stem / fluister)

Klaar? Laten zien en je mag iets voor jezelf doen

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de functie van de hersenstam?
A
Impulsen verwerken
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 33 - Quizvraag

De grijze stof in de hersenen bestaat uit:
A
Uitlopers van schakelcellen
B
Cellichamen van bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Cellichamen van gevoelszenuwcellen

Slide 34 - Quizvraag

De grijze stof van de hersenen ligt:
A
Aan de buitenkant (schors)
B
In het midden (merg)

Slide 35 - Quizvraag

Gevoelscentra in de grote hersenen:
A
Sturen spieren of klieren aan
B
Verwerken impulsen van zintuigen

Slide 36 - Quizvraag

Bewegingscentra in de grote hersenen:
A
Zorgen voor bewuste bewegingen
B
Zorgen voor onbewuste bewegingen

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Verwerken impulsen
B
Aansturen levensfuncties
C
Coördinatie bewegingen

Slide 38 - Quizvraag

Laatste vraag: welke stoffen hebben een remmende werking op impulsen?
A
Alcohol
B
Morfine
C
XTC
D
Wiet

Slide 39 - Quizvraag

Einde van de les
Ruim je spullen op, je mag iets voor jezelf doen. 
Blijf op je plaats zitten tot de bel gaat. 

Huiswerk volgende week: t/m opdracht 29 
huiswerkcontrole (niet af: op school afmaken)

Slide 40 - Tekstslide