Leenwoorden

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Ik weet wat leenwoorden zijn en kan ze zonder fouten schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

leenwoorden

Slide 3 - Woordweb

Franse leenwoorden schrijf je vaak met

 

air of eau of ge

Slide 4 - Tekstslide

air
eau
ge
militair
niveau
bureau
milionair
populair
cadeau
ordinair
plumeau
horloge
bagage
etalage
asperge

Slide 5 - Sleepvraag

Franse leenwoorden met ou 
We spreken de ou uit als oe:

route - we zeggen: roete

Slide 6 - Tekstslide

Lees nu de volgende woordparen hardop.
Luister goed naar het verschil in uitspraak.
groente coupé douane — café
asperge privé horloge — logé

Lees nu de volgende woorden hardop.
Luister goed naar het verschil in uitspraak.

groente
coupé
douane 




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor stortbad?

Slide 9 - Open vraag

reisweg / richting

Slide 10 - Open vraag

dagelijks nieuws op tv

Slide 11 - Open vraag

iemand die in de krant schrijft

Slide 12 - Open vraag

controle aan de grens

Slide 13 - Open vraag

sleur / gewoonte

Slide 14 - Open vraag

terugzending / terugreis

Slide 15 - Open vraag

ou = oe
ou = ou
gebouw
fietsroute
douchegordijn
touwladder
zoutpot
vrouwelijk
retour
strijkbout
journaal
schouder

Slide 16 - Sleepvraag

Franse leenwoorden met é 
We spreken de é uit als ee:

logé - we zeggen: logee

Slide 17 - Tekstslide

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

In welke kamer slaapt jullie ....... ?

Slide 18 - Open vraag

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

We hadden de hele ....... voor onszelf in de trein.

Slide 19 - Open vraag

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

Ze hebben tien soorten bier in dat ...........

Slide 20 - Open vraag

Vul in ..... kies uit:
coupé - logé - privé - café

Dat telefoongesprek mag niemand horen, het is ............

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ik weet wat leenwoorden zijn en kan ze al goed schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll