Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | Weetjes over eilanden

• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 7,8

Introductie

Digibordles

Ik wil meer weten!

Ik kan uitleggen waar het woord eiland vandaan komt.

Ik kan uitleggen hoe een eiland ontstaat.

Ik kan uitleggen waarom het eiland K’gari van naam veranderd is.

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?

Wat is dit voor tekst?

Hoe ga je deze tekst lezen?

Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?

Wat weet je er al van?

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de

vragenmuur.

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Woordenschat:

hagelwitte stranden, overspoeld, toeristen, geld in het laatje, vasteland.

De leerkracht doet het voor.

Woordenschat:

Paradijs, zandeiland, Australische

oostkust, officieel, oorspronkelijke bewoners, doorn in

het oog, schipbreukelinge, kolonie, generaties, traditie.

We doen het samen!

Bekijk hier de ligging van K'gari.

Tekstgerichte vragen:

Welke bewoonde waddeneilanden heeft Nederland?

En welk ezelsbruggetje hoort hierbij?

Van welk woord komt het woord eiland? Uit welke taal komt dit woord?

Zet de zinnen in de juiste volgorde:

Zou het kunnen dat de Japanners vinden dat zij het land zijn met de meeste eilanden? Leg je antwoord uit.

Ben jij het ermee eens dat de naam Fraser Island weer in K’gari is terugveranderd? Zou dat bij meer landen gedaan moeten worden? Leg je antwoord uit.

Verzin een kort verhaaltje waarin het gezegde een doorn in het oog voorkomt.

Vat de tekst samen.   Maak daarna de tekstgerichte vragen.

A- Twee aardplaten schuiven over of van elkaar.             C- Door het koude zeewater stolt de magma.      

B- Wanneer er zoveel magma omhoog komt dat het       D- Aardplaten bewegen.

boven de zeespiegel uitstijgt, krijg je een eiland.              E- Er komt magma vrij.

Cito-vraag:

Welk onderwerp zal er in de rest van deze Samsam

waarschijnlijk niet behandeld gaan worden.

A- Het leven op het waddeneiland Vlieland.

B- Uitleg over de ‘Texelaar’, het eigen schapenras van Texel.

C. De voor- en nadelen van het toerisme op het eiland Ibiza.

D- De stijgende zeespiegel en de gevolgen voor het eiland Tuvalu.

Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?

Wat heb deze les geleerd?

Wat hebben jullie opgeschreven?

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.

Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Tot de 

volgende keer!