Nog vragen naar aanleiding van de gemaakte opgaven?
Antwoorden staan weer in teams!!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
afgelopen les:
Personeelkosten
Nog vragen naar aanleiding van de gemaakte opgaven?
Antwoorden staan weer in teams!!
Slide 1 - Tekstslide
Stof voor vandaag:
Rentekosten
Als je geld leent van een financiële instelling moet je daar een vergoeding voor betalen ---> rente (ook wel interest genoemd)
Slide 2 - Tekstslide
Rentekosten
Waarom moet je eigenlijk rente betalen?
het beschikbaar stellen van het geld
het risico dat je niet meer terug kunt betalen
het minder waard worden van geld (inflatie)
Slide 3 - Tekstslide
Rentekosten
Hoeveel rentekosten je moet betalen hangt af van drie factoren:
Hoe hoog het bedrag is dat je leent (kapitaal = K)
Welk rentepercentage je moet betalen (rentepercentage = P)
Voor welke periode je dit bedrag leent ( de tijdsperiode = T)
Slide 4 - Tekstslide
Formule totale rentekosten:
Bij tijd in hele jaren
K x P x T
100
Slide 5 - Tekstslide
een bedrijf leent een bedrag van €150.000,- de looptijd is 5 jaar. Het rentepercentage is 4,3% Hoeveel rente moet dit bedrijf betalen over de hele looptijd?
Slide 6 - Open vraag
Formule totale rentekosten:
Bij tijd in maanden
K x P x T
1200
Slide 7 - Tekstslide
Een bedrijf leent op 1 april een bedrag van €15.000,- op 31 oktober lossen ze dit bedrag weer af. Ze betalen 2.4% rente. Hoeveel rente moet dit bedrijf in totaal betalen?
Slide 8 - Open vraag
Formule totale rentekosten:
Bij tijd in dagen (360 dagen per jaar)
K x P x T
36.000
Bij tijd in dagen (365 dagen per jaar)
K x P x T
36.500
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel dagen heeft een maand?
Je kunt dit ezelsbruggetje altijd gebruiken!
Slide 10 - Tekstslide
Een bedrijf leent op 15 februari een bedrag van €20.000,- ze lossen deze lening op 22 november weer af. De rente is 4,8%. Hoeveel rente moeten ze betalen. (een maand heeft 30 dagen)
Slide 11 - Open vraag
rente over gemiddeld vermogen
Als het geleende bedrag schommelt moet je eerst een gemiddelde berekenen. (net als bij gemiddelde voorraad)
formule:
beginbedrag + eindbedrag
2
Slide 12 - Tekstslide
Aflossingen
Je kunt natuurlijk ook tijdens een looptijd aflossen. Dit betekent dat de geleende som geld kleiner word. In de formule veranderd er dus ook wat! Namelijk K van Kapitaal.
Je moet in dit geval de formule 2 (of meer) keer uitvoeren en de rentekosten bij elkaar optellen
Slide 13 - Tekstslide
Een bedrijf leent op 1 februari een bedrag van €100.000,- Op 1 juli lossen ze €10.000,- af en op 1 november lossen ze nog eens €15.000,- af. De rente is 6,3% Bereken de rentekosten voor het hele jaar.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.