4.2 Verlichting: theorie en praktijk

Verlichting en Revolutie


4.2 Verlichting: theorie en praktijk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verlichting en Revolutie


4.2 Verlichting: theorie en praktijk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke kritiek de Verlichtingsfilosofen op de Absolute heersers hadden en welke ideeën zij hadden over politiek en bestuur

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij al over de Verlichting?

Slide 4 - Woordweb


De Wetenschappelijke revolutie

  • Periode waarin klassiek-religieuze ideeën langzaam aan plaats maakte voor modern-wetenschappelijke ideeën. 
  • Komt al rond 1600 op > uitvinding boekdrukkunst.
  • Twijfel, waarneming en empirisme belangrijke kenmerken.
  • Ontstaan van een nieuw wereldbeeld.

Slide 5 - Tekstslide

De rede wordt steeds belangrijker

  • Uitvinders zoals Huygens en Newton zorgden voor het rationalisme >  je verstand is de bron van kennis. 
  • Nu gaan mensen ook nadenken over mogelijke verbeteringen in bestuur en maatschappij.
  • De invloed van de kerk nam af. 

  • Discussies over hoe, wie er in het bestuur moesten en over de samenleving in de 18e eeuw > Verlichting

Slide 6 - Tekstslide

John Locke en het natuurrecht
  • John Locke de eerste filosoof die opschreef dat het Absolutisme in tegenspraak is met de rede.
  • Ieder mens is gelijk en heeft gelijke rechten
  • De natuurwetten bepalen dat alle mensen recht hebben op ‘leven, vrijheid en bezit’. > vorsten moeten die rechten respecteren.
  • De vorst regeert namens het volk, het volk respecteert de wetten.  Een vorst die de rechten van het volk niet respecteerde mocht afgezet worden. 
  • Zag dat Lodewijk XIV zijn absolute macht steeds vergrootte.

Slide 7 - Tekstslide

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 8 - Sleepvraag

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 9 - Sleepvraag

Horen de uitspraken bij absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 10 - Sleepvraag

Huiswerk 
Lezen: § 4.2
Maken: opdrachtenboekje §4.2: 9 t/m 15

                


Slide 11 - Tekstslide

Engeland, koning juist minder macht > Glorious Revolution= koning regeert alleen met instemming parlement.
  • Koning Karel I ontketende een burgeroorlog met het  parlement en werd onthoofd. Na een nieuwe burgeroorlog wilden de Engelsen toch weer een koning. 1685 katholieke Jacobus II koning. 

  • Parlement zette Jacobus af, omdat hij volgens hen meer macht wilde. De Nederlandse stadhouder Willem III verjaagde met het leger de koning en werd koning van Engeland. 

  • Willem III regeerde met instemming parlement > The Bill of Rights (afspraken)
Nederlandse stadhouder Willem III, en Mary Stuart, dochter van koning Jacobus II

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Montesquieu en de 'scheiding der machten'
  • Had veel kritiek op de absolute macht van de koning.
  • Macht bij 1 persoon zorgt voor machtsmisbruik. 
  • De leer van de Trias Politica > scheiding der machten. 
  1. wetgevende macht = parlement
  2. uitvoerende macht = regering
  3. rechtsprekende macht = rechters

  • De drie machten moeten elkaar controleren. 

Slide 14 - Tekstslide

Verspreiding van de nieuwe ideeën
  • Je kon in Frankrijk niet vrij praten en publiceren over kritiek op het bestuur en de samenleving.
     
  • Boeken waren duur en werden vaak in het buiteland (oa de Republiek) gedrukt. Ook bestonden echte kranten nog niet.

  • Kennis van de Verlichte filosofen werden verspreid via de bijeenkomsten in salons.

  • Op termijn gaan zelfs vorsten deze ideeën deels overnemen zoals Frederik van Pruissen en Catharina de Grote van Rusland > van hun absolute macht deden ze echter geen afstand.

Slide 15 - Tekstslide

De Verlichting
In de wetenschappelijke revolutie gingen mensen logisch denken
Met verstandig denken kon je alles verklaren: de  verlichting
vrijheid van godsdienst
Gelijke rechten
mensenrechten
Politiek
grondwet, grondrechten, rechtsstaat
Rechten voor alle mensen.
Wet waarin staat hoe het land bestuurd moet worden.
Belangrijkste rechten van burgers. Staan in de grondwet.
Staat waarin iedereen (ook de overheid) zich aan de wet moet houden.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werden de ideeën van de verlichting verspreid?
A
Deze ideeën werden gedrukt in boeken en kranten.
B
Er werd op de radio verteld over deze ideeën.
C
Universiteiten gingen lesgeven over de ideeën.
D
Verlichtte denkers bespraken de ideeën in salons.

Slide 17 - Quizvraag

Hieronder staan vier personen en aantal uitspraken. Koppel de juiste uitspraak aan de juiste persoon.
Rousseau
Montesquieu
Locke
Lodewijk XIV
Als één persoon alle macht heeft dan is alles verloren.
De staat! Dat ben ik!
De koning moet rekening houden met de belangen van zijn onderdanen. Als hij dit niet doet dan heeft het volk het recht om in opstand te komen.
Iedereen wordt vrij geboren, iemand mag alleen beslissingen voor je nemen als je ermee instemt.

Slide 18 - Sleepvraag

Huiswerk 
Lezen: § 4.2
Maken: opdrachtenboekje §4.2: 16 t/m 20

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Absolutisme
  • Colbertisme
  • Edict van Nantes 

Slide 20 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Lodewijk XIV
  • Anna van Oostenrijk
  • Kardinaal Mazarin
  • Jean-Baptiste Colbert

Slide 21 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
  • 1649:  La Fronde (opstand in Parijs)
  • 1670: Grote verbouwingen Versailles
  • 1685: Intrekking Edict van Nantes

Slide 22 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 23 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk 
Lezen: § 4.2
Maken: opdrachtenboekje §4.2: 16 t/m 20

Slide 25 - Tekstslide